Als legal counsel bij het dynamische Panattoni Europe focust Bram Reinke op vastgoed en internationaal ondernemingsrecht. De eerste vier jaar van zijn carrière was hij – mede dankzij de financiële crisis – advocaat bij HBN Law op Curaçao en Sint Maarten. Terug in Nederland belandde hij na 3,5 jaar als bedrijfsjurist bij Intertrust Group op zijn huidige bestemming. ‘In het buitenland werken kan ik iedereen aanraden. Er zit wel een disclaimer bij: het internationale en multiculturele blijft de rest van je leven lonken.’
‘Ik help mensen graag problemen oplossen en was daardoor op jonge leeftijd al geïnteresseerd in politiek. Daarom ben ik rechten gaan studeren. Mijn moeder is lerares, mijn vader werkt in de logistiek. Toen ik ging studeren waren er nog geen juristen in mijn familie. Inmiddels hebben twee nichtjes van mij ook rechten gestudeerd.
Via Bureau Buitenland van Universiteit Maastricht liep ik stage op Aruba, bij het Ministerie van Justitie. Dat was een ontzettend leuke en vormende tijd. Ik vind mensen op Aruba ontzettende zelfstarters. Je hebt daar minder een overheidsvanget dan in Nederland, dus moeten mensen er zelf iets van maken. Je kunt veel leren van hun positieve mindset. Ik werk sowieso graag met mensen van verschillende culturele achtergronden, en die zijn er op Aruba in overvloed.In het buitenland werken kan ik iedereen aanraden. Er zit wel een disclaimer bij: het blijft de rest van je leven lonken.
Op Curaçao ben ik na afronding van mijn Nederlandse master advocaat geworden bij HBN Law. Voor HBN heb ik ook op Sint Maarten gewerkt als advocaat. Toen ik afstudeerde in 2009-2010 voelde ik duidelijk de naweeën van de kredietcrisis. Het vacature-aanbod was niet geweldig, en in de Antillen had ik al wat contacten opgebouwd. Er is daar veel internationale business. Op Curaçao en Sint Maarten krijg je direct met grote zaken te maken.
Twee vrouwelijke advocaten bij HBN hebben me echt gevormd: partner Marcha Woudstra en Madelaine Aanstoot, destijds mijn patroon. Zij zaten volop in het respectievelijk civiele en publieke vastgoed. Marcha en Madelaine hebben me echt hartelijk opgevangen en binnen het bedrijf verwelkomd. Ik was toch alleen in een ander land. Het werk kan voor een beginnende jurist best overweldigend zijn. Ja, je hebt je juridische basis. Maar je realiseert je ook dat de praktische toepassing van je vak nu pas begint. Die praktische vaardigheden hebben beide vrouwen me met geduld en opbouwende kritiek bijgebracht. Diezelfde begeleidingsmethode heb ik later zelf ook geprobeerd toe te passen.
Op Curaçao en Sint Maarten kan bij bepaalde gelijke wetgeving jurisprudentie worden toegepast vanuit Nederland: het concordantiebeginsel. Zo besloten op Curaçao de kopers van een groot nieuw vakantieresort collectief de laatste bouwtermijn niet te betalen, juist dat deel waaraan de aannemer zijn winst verdient. Het conflict ging over bouwvertraging. Bouwen doe je op werkbare werkdagen. Maar er waren stormachtige periodes bij. Een regenbui op Curaçao is niet zoals in Nederland, en de infrastructuur is er niet op ingericht. De pick-up trucks konden de bouwers niet ophalen en machines gleden van de heuvel af. Inmiddels werden de eerste huizen met ontzettende winst weer verkocht, wat het conflict extra zuur maakte. Wij stonden aan de kant van de ontwikkelaar en wonnen de zaak.
In de 3,5 jaar die ik op Sint Maarten woonde, ontmoette ik mijn Nederlandse vrouw. In die tijd werd ik daar in-house advocaat voor bij het Ministerie van Economische Zaken. Anderhalf jaar hield ik me bezig met het schrijven van wetgeving en beleid inzake bedrijfsvestiging en was ik betrokken bij rechtszaken voor het ministerie. Als wetgevingsjurist was mijn vrouw destijds heel druk. Er moest veel wetgeving herschreven worden, want Sint Maarten werd in 2010 officieel een land.
In 2016 besloten we uiteindelijk in Nederland een huis te kopen en kinderen te krijgen in plaats van op Sint Maarten. Het was een dubbeltje op z’n kant; het had net zo goed de andere kant op kunnen uitpakken. Terugkijkend was dat de juiste beslissing, maar spannend was het wel. In mijn hoofd speelde nog dat gevoel van de kredietcrisis en de markt die op slot zat, maar alles bleek te zijn veranderd. Ik kon in Nederland de advocatuur in, maar dan had ik de beroepsopleiding opnieuw moeten doen. Dat was een stap terug geweest.
Bij Intertrust Group ging ik als bedrijfsjurist aan het werk op een private equity-afdeling. Al vrij snel groeide ik door naar een senior functie en kon ik meer leidinggeven.Je stapt dan wat meer van de juridische inhoud af, dat was wel jammer. Precies op het juiste moment kreeg ik een belletje van recruiter Michael Page.
Mijn overstap naar Panattoni Europe is een superstap geweest. Ik ben echt met mijn neus in de boter gevallen bij dit internationale bedrijf dat logistieke bouwprojecten ontwikkelt. Als legal counsel ligt mijn focus op vastgoed en internationaal ondernemingsrecht. Een keer per maand werk ik in Luxemburg, de rest van de tijd in Amsterdam. Toen ik begon, waren we met 350 mensen; inmiddels zijn we met 700 collega’s. Ik was juridisch betrokken bij het opzetten van het Nederlandse kantoor. Daarna openden we in Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal, Oostenrijk, Zweden en nu zelfs in India kantoren. Dat maakt het werk heel dynamisch.
Het bestaan als bedrijfsjurist past uiteindelijk beter bij me, maar ik weet niet of ik dit vak goed had kunnen uitoefenen zonder mijn basis in de advocatuur. Als advocaat word je pas bij een zaak betrokken wanneer de situatie al redelijk gebrouilleerd is. Daardoor werk je niet altijd mee aan de best mogelijke oplossing, dat is inherent aan het vak.
Als bedrijfsjurist ben je opbouwend bezig. Je richt je op het hele bedrijfsspectrum- en proces; dat geeft meer rust en overzicht. Ik kan mijn werk nu veel beter plannen, met een betere werk-privébalans als gevolg. Naast mijn werk ben ik sinds 4,5 jaar VVD-raadslid in Voorschoten. Mijn oude politieke interesse heb ik terug in Nederland dus weer opgepakt.’
