LEGALE ZAKEN

Zakelijk nieuws / Juridisch perspectief

Thema

Carrière:

Juridicum Vitae: Imran Hyder

Stibbe-advocaat Imran Hyder is een van de initiatiefnemers van het Platform Diversiteit en Inclusie van de NOvA. Zijn maatschappelijke en politieke betrokkenheid blijkt ook uit zijn kandidatuur voor de Tweede Kamer tijdens de afgelopen verkiezingsperiode. ‘Je krijgt makkelijker toegang tot een elitaire omgeving wanneer je je staande weet te houden met een bepaalde manier van praten, kleden en vrijetijdsbesteding.’

‘Ik ben in Leiden geboren en opgegroeid, en voelde me altijd aangetrokken tot de klassieke beroepen. Aan de UvA heb ik arbeidsrecht en ondernemingsrecht gestudeerd.

Via een uitwisselingsprogramma van de UvA studeerde ik tijdelijk in Canada. Een advocaat van een olie- en energiebedrijf en milieurechtadvocaat kwamen daar allebei afzonderlijk een verhaaltje vertellen. Ze zeiden: word eerst advocaat, bij het beste kantoor wat je kunt vinden. Je gaat daar zó goed het vak beheersen en zó veel mensen leren kennen. Toen was ik verkocht. Het laatste jaar van mijn studie werkte ik als juridisch assistent bij advocatenkantoor Liber Dock. Die ervaring bevestigde dat ik advocaat wilde worden.

De laatste twee jaar van mijn studie aan de UvA werkte ik eerst als juridisch adviseur en vervolgens als bestuurder bij Rechtswinkel Bijlmermeer. Dat was een hele waardevolle ervaring. Het unieke aan de rechtswinkel was dat je mocht procederen bij de kantonrechter en de bestuursrechter zonder advocaat te zijn. Ik was onder de indruk van de professionaliteit van die organisatie. Het bestuur zei heel duidelijk: je werkt hier vrijwillig, maar niet vrijblijvend. De studenten schreven in hun vrije tijd gedegen processtukken, en wonnen zaken tegen echte advocaten. Hun gedrevenheid was heel bijzonder.

Ik had het grote geluk dat ik van Stibbe, het Prins Bernhard Cultuurfonds en Stichting Grotius een studiebeurs kreeg om aan King’s College in Londen te studeren. Bij Stibbe vond ik ook mijn eerste baan. Daar wordt iedere zaak, groot en klein, door alle betrokkenen met de grootste zorgvuldigheid en inzet behandeld. Iedereen heeft hetzelfde einddoel: het beste werk leveren. Ik heb respect voor die professionaliteit. Dat is eigenlijk al sinds mijn studie de rode raad in mijn carrière.

Tijdens de Black Lives Matter-protesten vroeg ik de Orde van Advocaten samen met een Stibbe-collega: moeten we hier niet iets mee? We leggen allemaal een eed af voor de rechtsstaat en de bescherming van grondrechten. Maar historisch is diversiteit en inclusie niet heel erg aanwezig in de beroepsgroep zelf. Beroepsgroepen als de advocatuur zijn homogene gemeenschappen die dat wat ze delen belangrijk vinden, en een beetje vreemd kijken naar mensen die dat niet doen. Zo ontstaan vooroordelen. Je krijgt makkelijker toegang tot een elitaire omgeving wanneer je je staande weet te houden met een bepaalde manier van praten, kleden en vrijetijdsbesteding.

Uit dat overleg is het platform Diversiteit en Inclusie van de NOvA gegroeid, waar inmiddels meer dan dertig advocaten lid van zijn. Meer diversiteit binnen de beroepsgroep begint bij: hoe zorg je ervoor dat studenten op de juiste plekken terechtkomen, zonder dat ze last hebben van eventuele vooroordelen? En hoe zorg je ervoor dat mensen die in de advocatuur werken, niet vertrekken doordat ze aanlopen tegen een gebrek aan inclusie? Supergespecialiseerde mensen zijn niet altijd voldoende bezig met zelfreflectie. Daarom is het belangrijk dat mensen van buiten ook meekijken. Het Platform is nu bezig die vragen, en de antwoorden daarop, in kaart te brengen.

Een gesloten bolwerk is de advocatuur ook weer niet. Ik ben zelf bijvoorbeeld half Pakistaans, nooit lid geweest van het Corps, en mijn ouders zijn geen advocaat. Als je je best doet, kom je ook een heel eind. Maar ik spreek accentloos Nederlands en zat op een stedelijk gymnasium. Ik denk dat het ook voor mij dus makkelijker was om in die advocatenrol te komen dan iemand die net zo slim of slimmer is, maar die niets van die “klassieke” achtergrond heeft. Daar is nog verbetering mogelijk.

Ik ben namens GroenLinks verkiesbaar geweest tijdens de Tweede Kamerverkiezingen. Hoewel ik niet verkozen ben, was dat een mooie ervaring. Mijn politieke interesse ontstond vooral tijdens mijn tweede Master aan het progressieve King’s College. Jesse Klaver had net een boek uitgebracht over het economisme en neoliberalisme, ik werd daar enorm door gegrepen. Tijdens de verkiezingsperiode vier jaar later werd mijn dochter geboren. Het was een drukke tijd. Wat ik ervan leerde, is: ik ben niet zo van de waan van de dag, misschien mede vanwege mijn juridische achtergrond.

Het puzzelen vind ik het mooist van mijn vak; hoe werkt het systeem van regels, en dan de vertaalslag maken naar de praktijk? Het moeilijkst binnen de advocatuur vind ik de haast. Die voel je binnen de advocatuur denk ik nog sterker dan in de rest van de samenleving.’

Ferdinand Grapperhaus nieuwe topman Deloitte Legal

Ferdinand Grapperhaus is door Deloitte per 1 februari aangesteld als nieuwe topman van de tak die zich op juridische dienstverlening richt. De benoeming is aanvankelijk stilgehouden, in verband met de persoonlijke beveiliging van de oud-minister. Dat bevestigt het accountantskantoor na vragen van het FD. CDA’er Grapperhaus (1959) was van 2017 tot

Lees Verder >

Een nieuwe Job

Eerdere Berichten

Delen:

Twitter
LinkedIn
Email

Overzicht pagina:

Thema

Carrière:

Juridicum Vitae: Imran Hyder

Stibbe-advocaat Imran Hyder is een van de initiatiefnemers van het Platform Diversiteit en Inclusie van de NOvA. Zijn maatschappelijke en politieke betrokkenheid blijkt ook uit zijn kandidatuur voor de Tweede Kamer tijdens de afgelopen verkiezingsperiode. ‘Je krijgt makkelijker toegang tot een elitaire omgeving wanneer je je staande weet te houden met een bepaalde manier van praten, kleden en vrijetijdsbesteding.’

‘Ik ben in Leiden geboren en opgegroeid, en voelde me altijd aangetrokken tot de klassieke beroepen. Aan de UvA heb ik arbeidsrecht en ondernemingsrecht gestudeerd.

Via een uitwisselingsprogramma van de UvA studeerde ik tijdelijk in Canada. Een advocaat van een olie- en energiebedrijf en milieurechtadvocaat kwamen daar allebei afzonderlijk een verhaaltje vertellen. Ze zeiden: word eerst advocaat, bij het beste kantoor wat je kunt vinden. Je gaat daar zó goed het vak beheersen en zó veel mensen leren kennen. Toen was ik verkocht. Het laatste jaar van mijn studie werkte ik als juridisch assistent bij advocatenkantoor Liber Dock. Die ervaring bevestigde dat ik advocaat wilde worden.

De laatste twee jaar van mijn studie aan de UvA werkte ik eerst als juridisch adviseur en vervolgens als bestuurder bij Rechtswinkel Bijlmermeer. Dat was een hele waardevolle ervaring. Het unieke aan de rechtswinkel was dat je mocht procederen bij de kantonrechter en de bestuursrechter zonder advocaat te zijn. Ik was onder de indruk van de professionaliteit van die organisatie. Het bestuur zei heel duidelijk: je werkt hier vrijwillig, maar niet vrijblijvend. De studenten schreven in hun vrije tijd gedegen processtukken, en wonnen zaken tegen echte advocaten. Hun gedrevenheid was heel bijzonder.

Ik had het grote geluk dat ik van Stibbe, het Prins Bernhard Cultuurfonds en Stichting Grotius een studiebeurs kreeg om aan King’s College in Londen te studeren. Bij Stibbe vond ik ook mijn eerste baan. Daar wordt iedere zaak, groot en klein, door alle betrokkenen met de grootste zorgvuldigheid en inzet behandeld. Iedereen heeft hetzelfde einddoel: het beste werk leveren. Ik heb respect voor die professionaliteit. Dat is eigenlijk al sinds mijn studie de rode raad in mijn carrière.

Tijdens de Black Lives Matter-protesten vroeg ik de Orde van Advocaten samen met een Stibbe-collega: moeten we hier niet iets mee? We leggen allemaal een eed af voor de rechtsstaat en de bescherming van grondrechten. Maar historisch is diversiteit en inclusie niet heel erg aanwezig in de beroepsgroep zelf. Beroepsgroepen als de advocatuur zijn homogene gemeenschappen die dat wat ze delen belangrijk vinden, en een beetje vreemd kijken naar mensen die dat niet doen. Zo ontstaan vooroordelen. Je krijgt makkelijker toegang tot een elitaire omgeving wanneer je je staande weet te houden met een bepaalde manier van praten, kleden en vrijetijdsbesteding.

Uit dat overleg is het platform Diversiteit en Inclusie van de NOvA gegroeid, waar inmiddels meer dan dertig advocaten lid van zijn. Meer diversiteit binnen de beroepsgroep begint bij: hoe zorg je ervoor dat studenten op de juiste plekken terechtkomen, zonder dat ze last hebben van eventuele vooroordelen? En hoe zorg je ervoor dat mensen die in de advocatuur werken, niet vertrekken doordat ze aanlopen tegen een gebrek aan inclusie? Supergespecialiseerde mensen zijn niet altijd voldoende bezig met zelfreflectie. Daarom is het belangrijk dat mensen van buiten ook meekijken. Het Platform is nu bezig die vragen, en de antwoorden daarop, in kaart te brengen.

Een gesloten bolwerk is de advocatuur ook weer niet. Ik ben zelf bijvoorbeeld half Pakistaans, nooit lid geweest van het Corps, en mijn ouders zijn geen advocaat. Als je je best doet, kom je ook een heel eind. Maar ik spreek accentloos Nederlands en zat op een stedelijk gymnasium. Ik denk dat het ook voor mij dus makkelijker was om in die advocatenrol te komen dan iemand die net zo slim of slimmer is, maar die niets van die “klassieke” achtergrond heeft. Daar is nog verbetering mogelijk.

Ik ben namens GroenLinks verkiesbaar geweest tijdens de Tweede Kamerverkiezingen. Hoewel ik niet verkozen ben, was dat een mooie ervaring. Mijn politieke interesse ontstond vooral tijdens mijn tweede Master aan het progressieve King’s College. Jesse Klaver had net een boek uitgebracht over het economisme en neoliberalisme, ik werd daar enorm door gegrepen. Tijdens de verkiezingsperiode vier jaar later werd mijn dochter geboren. Het was een drukke tijd. Wat ik ervan leerde, is: ik ben niet zo van de waan van de dag, misschien mede vanwege mijn juridische achtergrond.

Het puzzelen vind ik het mooist van mijn vak; hoe werkt het systeem van regels, en dan de vertaalslag maken naar de praktijk? Het moeilijkst binnen de advocatuur vind ik de haast. Die voel je binnen de advocatuur denk ik nog sterker dan in de rest van de samenleving.’

Eerdere Berichten

Juridicum Vitae: Bram Reinke

Als legal counsel bij het dynamische Panattoni Europe focust Bram Reinke op vastgoed en internationaal ondernemingsrecht. De eerste vier jaar van zijn carrière was hij

Lees Verder >

Delen:

Twitter
LinkedIn
Email

Overzicht pagina:

Privacy Cookies

Leuk dat u er bent. Nog even dit:

LEGALE ZAKEN maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te analyseren, om het mogelijk te maken content via social media te delen. Deze cookies worden ook geplaatst door derden. Wij gaan zorgvuldig met uw privégegevens om. Klik op ‘lees verder’ voor uitgebreide informatie.

Door deze melding weg te klikken of gebruik te blijven maken van deze site stemt u hiermee in. 

Privacy Cookies

Leuk dat u er bent. Nog even dit:

LEGALE ZAKEN maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te analyseren, om het mogelijk te maken content via social media te delen. Deze cookies worden ook geplaatst door derden. Wij gaan zorgvuldig met uw privégegevens om. Klik op ‘lees verder’ voor uitgebreide informatie.

Door deze melding weg te klikken of gebruik te blijven maken van deze site stemt u hiermee in.