Erkende verenigingen voor milieubescherming moeten bij de rechter kunnen opkomen tegen de goedkeuring van voertuigen die uitgerust zijn met mogelijkerwijs verboden ‘manipulatie-instrumenten’, waaronder sjoemelsoftware in diesels. Dat heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie vandaag beslist.
Duitsland, waartegen het beroep is gericht, betoogt dat milieuclub Deutsche Umwelthilfe niet bevoegd is om op te komen tegen het bestreden besluit, zodat haar beroep niet-ontvankelijk is. Het Schleswig-Holsteinische Verwaltungsgericht heeft twijfels op dat punt, en heeft het Hof prejudiciële vragen gesteld.
In zijn arrest van vandaag antwoordt het Hof ten eerste dat het Verdrag van Aarhus, gelezen in samenhang met het Handvest, ‘eraan in de weg staat dat een vereniging voor milieubescherming die overeenkomstig het nationale recht procesbevoegdheid heeft, niet voor een nationale rechter kan opkomen tegen een bestuursbesluit waarbij een EG-typegoedkeuring wordt verleend of gewijzigd’.
Verdrag en Handvest ‘verplichten de lidstaten immers om een effectieve rechterlijke bescherming te waarborgen en verbiedt hun dergelijke verenigingen elke mogelijkheid te ontnemen om te doen toezien op de naleving van bepaalde voorschriften van het milieurecht van de Unie’.
Acute risico’s
Het Hof heeft al geoordeeld dat een manipulatie-instrument bij wijze van uitzondering gerechtvaardigd kan zijn indien wordt aangetoond dat het ‘strikt noodzakelijk is om te voorkomen dat voor de motor acute risico’s in de vorm van schade of ongevallen ontstaan wegens een zodanig gebrekkige werking van een onderdeel van het uitlaatgasrecirculatiesysteem dat daardoor tijdens het rijden met een voertuig dat met dit systeem is uitgerust een concreet gevaar ontstaat’.
In onderliggende zaak is het aan de verwijzende Duitse rechter om na te gaan of dit het geval is.
Foto: Khamkéo Vilaysing/Unsplash