
Rechtbank schorst bestuurder Stichting Forniamo
Naar aanleiding van een opsporingsonderzoek naar witwassen is het Openbaar Ministerie (OM) een civielrechtelijk onderzoek gestart naar Forniamo, een stichting die ambulante begeleiding, huishoudelijke hulp en persoonlijke verzorging aanbiedt. Het OM is van oordeel dat de bestuurder van de stichting zich schuldig heeft gemaakt aan (financieel) wanbeheer en in strijd met de wet en de statuten van de stichting heeft gehandeld.
Op verzoek van het OM heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 maart 2023 beslist de bestuurder van de stichting met onmiddellijke ingang te schorsen uit zijn bestuurderstaak en een tijdelijke nieuwe bestuurder te benoemen.
De Opsporingsdienst van de Nederlandse Arbeidsinspectie, recherche zorgfraude doet onder leiding van het OM al enige tijd strafrechtelijk onderzoek naar een aantal verdachten die zich vermoedelijk schuldig heeft gemaakt aan witwassen. De bestuurder van de stichting is één van de verdachten in dit onderzoek.
Op basis van wat tot nu toe in het strafrechtelijk onderzoek aan het licht is gekomen, is het vermoeden ontstaan dat de bestuurder zich ten aanzien van de stichting schuldig heeft gemaakt aan (financieel) wanbeheer en dat hij in strijd met de wet en in strijd met de statuten van de stichting heeft gehandeld. Onder zijn bestuur zijn aanzienlijke bedragen uit het vermogen van de stichting overgemaakt aan externe partijen, zonder kennelijk reële tegenprestatie, en zonder dat de doelen van de stichting daarmee werden gediend. Een deel van het vermogen is uiteindelijk weer bij de bestuurder terechtgekomen.
Civielrechtelijk toezicht
Over de vraag of de nu geschorste bestuurder ook moet worden ontslagen, zal de rechtbank zich in een later stadium uitlaten, nadat alle partijen hun standpunt hierover hebben toegelicht.
Naast de strafrechtelijke taken heeft het OM een civiele toezichtstaak op rechtspersonen in het algemeen en op stichtingen in het bijzonder. Het OM kan onder meer de rechter vragen om een rechtspersoon te verbieden wegens strijd met de openbare orde. Deze bevoegdheid wordt bijvoorbeeld ingezet bij ondermijnende organisaties als criminele motorclubs. Dit civielrechtelijke onderzoek staat los van het strafrechtelijke onderzoek naar de bestuurder en wordt door een ander team uitgevoerd.