‘Duurzaam vooruit’ luidt de titel van KPMG’s nationale ESG-barometer. Uit dit nieuwe onderzoeksrapport – dat vaststelt in hoeverre het Nederlandse bedrijfsleven Environmental, Social en Governance (ESG) thema’s omarmt – blijkt maar liefst 93% de stap richting duurzaamheid te willen zetten. Echter: slechts 5% heeft daarvoor daadwerkelijk alles op orde.
Van de respondenten geeft 59% aan dat doelstellingen en strategie inzake ESG zijn bepaald, en 17% stelt dat binnen de onderneming de nodige processen en systemen zijn ingericht. Slechts 1 op de 20 organisaties heeft echter álles op orde om daadwerkelijk met volle kracht duurzaam vooruit te gaan. Volgens KPMG is de weg naar een duurzame operatie voor veel bedrijven ‘nog lang’.
Voor het onderzoek zijn ruim 250 financiële beleidsmakers en bestuurders ondervraagd door onderzoeksbureau Motivaction. Daarnaast heeft KPMG zelf onderzoek verricht op basis van de jaarrekeningen van de 25 grootste beursgenoteerde bedrijven én de 25 grootste niet-beursgenoteerde ondernemingen in Nederland.
Uit de antwoorden blijkt niet alleen hoe het gesteld is met de transitie(plannen) richting een groene economie, maar ook wat de motivatie van bedrijven is. De reden om te willen verduurzamen blijkt niet altijd in eerste instantie te liggen in de wens om bij te dragen aan een betere wereld.
De gezondheid van werknemers en het besparen op materialen worden vooral genoemd als belangrijke thema’s. Te behalen financieel voordeel vormt daarmee de voornaamste reden om te willen verduurzamen. Daarnaast noemen respondenten onder meer arbeidsomstandigheden (44%), de impact op milieu en klimaat (36%), en mensenrechten en governance (22%) als belangrijke redenen.
CSRD
Het rapport toont verder aan dat de nieuwe EU-richtlijn bij veel bedrijven nog flink wat vraagtekens oproept. De invoering van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) werd begin 2021 door de Europese Commissie aangekondigd en zou in 2023 in werking moeten treden. Deze richtlijn legt strengere rapportageverplichtingen op aan bedrijven. Zo worden deze verplicht om heldere duurzaamheidsdoelstellingen te formuleren en de voortgang daarvan in het jaarverslag te rapporteren.
Slechts 28% van de ondervraagden uit het onderzoek bleek de term ‘CSRD’ te kennen. Nóg minder weet ook uit te leggen wat de richtlijn inhoudt (17%). Wel noemt 65% de komst van de CSRD ‘een goede zaak’.
In het rapport worden de vijf belangrijkste actiepunten die uit de CSRD voortvloeien samengevat. Daarbij gaat het onder meer om het formuleren van lange-termijn ESG-doelstellingen, en beleid plus due diligence over de eigen operatie en toeleveringsketen.
Implementatie
In het wordt rapport voorts vastgesteld dat een deel van de ondervraagde bedrijven voordelen verwacht van de invoering van CSRD (38%), maar dat het merendeel risico’s en zorgen voorziet. Extra investeringen worden in dit verband genoemd, maar ook zorgen over een ondoorzichtige toeleveringsketen en een ongelijk speelveld door oneerlijke concurrentie buiten de EU.
De komende jaren ziet het bedrijfsleven een rol weggelegd voor externe instanties die hulp kunnen bieden bij implementatie van CSRD. De overheid wordt daarbij in eerste instantie genoemd, maar bijvoorbeeld ook werkgeversorganisaties en accountants worden geopperd als partijen waarvan bedrijven hulp verwachten.
Klik hier voor het volledige rapport
