LEGALE ZAKEN

Zakelijk nieuws / Juridisch perspectief

Thema

Klimaat &
Duurzaamheid:

Q&A hoogleraar André Nijhof: ‘Nieuwe EU-wetgeving maakt einde aan greenwashing’

Grote bedrijven worden verplicht maatschappelijk verantwoord te ondernemen. De Europese Commissie kwam vorige week met nieuwe wetsvoorstellen daartoe. Nederlandse ondernemingen moeten er rekening mee houden dat de wetgeving over een of twee jaar ook in Nederland geldt. ‘Het is absoluut revolutionair wat de Europese Unie doet’, zegt hoogleraar duurzaam ondernemen André Nijhof van Nyenrode Business Universiteit. ‘De EU heeft besloten niet meer af te wachten wat andere continenten doen, maar zelf voorop te lopen.’

Waarom zijn de nieuwe wetten nodig?

‘Primair omdat we in deze wereld grote problemen hebben met het klimaat, ongelijkheid, kinderarbeid en arbeidsomstandigheden. De EU heeft zich afgevraagd: als daarbij Europese bedrijven betrokken zijn, welke wetgevende kaders willen we dan? De due diligence ofwel zorgplicht voor bedrijven bestaat al. De nieuwe EU-wetgeving is een pakket van maatregelen en wetgevende kaders, waarvan de zorgplicht er een is. In een document van 4000 pagina’s heeft de EU vastgelegd wat ze verstaat onder kinderarbeid, groene energie en circulair staal bijvoorbeeld. Vanuit die definities wordt de wetgeving versterkt. Dat is onderdeel van een veel breder plan van de EU om als eerste continent klaar te zijn voor de uitdagingen van de toekomst, inclusief klimaat en sociale ongelijkheid, om voorop te lopen.’

Wat is het belangrijkste dat de wetten regelen?

‘Het betekent het einde van greenwashing. Tot nu toe konden bedrijven zelf zeggen: dit vinden we wel kinderarbeid en dat niet. Een aantal landen heeft daar met due diligence wetgeving al regels voor ingevoerd, zoals Frankrijk en Duitsland. Maar met de wetgeving en de definities die er nu aankomen is het ook Europees verankerd. Het wordt nu vanuit de overheid gereguleerd.’

Wat is de achtergrond van de nieuwe regels?

‘We hebben al meer dan twintig jaar de OESO-richtlijnen voor internationale ondernemingen. Daarin staat eigenlijk hetzelfde als wat in de huidige zorgplichtwetgeving staat. Alle landen die deze richtlijnen onderschrijven, hebben een Nationaal Contactpunt (NCP). Als bijvoorbeeld een vakbond vond dat sprake was van kinderarbeid, kon die een klacht indienen bij het NCP. Dat leidde dan tot een geschil met het betrokken bedrijf.

Dat traject was zeer tijdsintensief. Per jaar werden hooguit vijf klachten ingediend bij het Nederlandse NCP, dat is niet veel. Wat betreft het afdwingen van maatschappelijk verantwoord ondernemen bleef het redelijk vrijblijvend. Als je stakeholders geen geschil aankaarten, is er ook geen druk je te houden aan de richtlijnen. Dat is over zodra het wetgeving is. Bedrijven moeten dan via compliance aantonen dat ze aan de wet voldoen. Ook de standaarden van de International Labour Organization zijn gebruikt voor de nieuwe wetgeving.’

Heeft Nederland momenteel iets geregeld op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen?

‘Nederland heeft zich geconformeerd aan de OESO-richtlijnen. Grotere bedrijven geven in hun rapportage proactief aan te voldoen aan de richtlijnen. Vorig jaar was er een uitgebreid debat in de Tweede Kamer over de vraag of we in Nederland verplichtende wetgeving willen, of de huidige zelfregulering. De uitkomst was: we willen toe naar een verplichting, maar wel samen met andere EU-lidstaten.

Bovendien streven we naar een smart-mix, een slimme mix van maatregelen. Omdat uit de consultatie bleek dat alleen maar de verplichting om te voldoen aan due diligence wetgeving niet alles zou oplossen. Transparantie is cruciaal, dat je in een sector van elkaar weet hoe je bijvoorbeeld omgaat met kinderarbeid in de keten. We weten dat bijvoorbeeld het merendeel van de zonnepanelen in een deel van China wordt gemaakt waar Oeigoeren zijn. Hoe zeker weet je of jouw zonnepanelen al dan niet in arbeidskampen met Oeigoeren zijn gemaakt? Nederlandse installateurs van zonnepanelen weten dat vaak niet. Door deze wetgeving moeten ze dat wel weten. Daarin moet je samen optrekken.’

Wat betekent de nieuwe wetgeving voor bedrijven in de praktijk?

‘Ze moeten aantonen dat de risico’s die ze in hun ketens hebben beheersbaar zijn. Daarvoor zijn er een aantal stappen. Eerst moeten ze een risico-inventarisatie doen voor de risico’s die in de due diligence wetgeving staan. Zoals kinderarbeid, milieuschade, slechte arbeidsomstandigheden. Vervolgens moeten ze een inschatting maken van hoe groot de kans is dat een risico zich voordoet bij hun toeleveranciers. Dan volgen maatregelen: hoe kun je de risico’s als bedrijf beheersbaar maken, zodat ze niet zullen optreden? Je moet transparant zijn over je actieplan. Als er toch incidenten ontstaan, moet je de schade die ontstaan is herstellen. En ook daar moeten bedrijven transparant over zijn.’

Hoe ziet dat er concreet uit?

‘Neem bijvoorbeeld de zonnepanelen uit China. Maak inzichtelijk in welk gebied van China de leveranciers vestigingen hebben. Is dat ook in het gebied waar Oeigoeren wonen, of in andere gebieden? Als de leveranciers ook zitten in gebieden met Oeigoeren: welke certificaten heb je dan opgevraagd, welke waarborgen heb je dat de leveranciers niets te maken hebben met de arbeidskampen in China?’

Bedrijven moeten dus precies kunnen herleiden waar hun producten vandaan komen.

‘Ja, het is tracking and tracing, in de voedingssector al een breed gehanteerd begrip. Van elk product in de supermarkt kun je precies herleiden van welke boer de grondstoffen komen. Eigenlijk zegt deze wetgeving: dat moeten we in alle sectoren doen. Het gaat ook om kinderarbeid en de andere thema’s in de wet.’

De invoering van de regels gaat stapsgewijs. Waarom?

‘De verplichting om te voldoen aan de wetgeving geldt allereerst bij de grote bedrijven. Dat zijn de bedrijven die er al meer ervaring mee hebben, ook vanwege de OECD-richtlijnen en geschilcommissies. Voor hen is het een minder grote stap. En het gaat om ketenverantwoordelijkheid: grote bedrijven werken samen met het midden- en kleinbedrijf in Nederland en in het buitenland. Als je als groot bedrijf informatie wilt over eventuele betrokkenheid van Oeigoeren bij de productie van zonnepanelen, moet je informatie opvragen bij de middelgrote en kleine bedrijven waarmee je samenwerkt.

ASML bijvoorbeeld moet voldoen aan de nieuwe wetgeving, het koopt onderdelen bij een kleiner bedrijf. Het kleinere bedrijf weet waar het staal vandaan haalt voor de producten voor ASML. Kleinere bedrijven worden door de grotere dus al geprikkeld om die informatie te kunnen aanleveren, voordat de wetgeving ook voor hen geldt. Ik verwacht dat het mkb er over vier tot vijf jaar ook over moet rapporteren. Dan is het al voorbereid.’

Hoe wordt de nieuwe wet gehandhaafd?

‘Veel is eigen verantwoordelijkheid. Bedrijven moeten zelf aantonen dat ze voldoen aan de wet, daar hebben ze compliance afdelingen voor. Handhaving gebeurt op nationaal niveau, maar onder welke toezichthouder het valt, moet nog bepaald worden.’

Wat doen andere landen en continenten?

‘Een land als Frankrijk liep vooruit op het EU-besluit en heeft al eigen wetgeving. Maar ook Zuid-Afrika bijvoorbeeld. Het is een mooie ontwikkeling dat de EU heeft besloten niet af te wachten wat andere continenten doen, maar zelf voorop te lopen. We merken nu dat anderen volgen.

Andere continenten en landen realiseren zich dat hun bedrijven in Europa moeten gaan voldoen aan de nieuwe wetgeving. Voor een sportschoenenbedrijf in Japan is het lastig als het Europese kantoor een andere definitie hanteert van kinderarbeid dan het hoofdkantoor in Tokio. In plaats van eigen wetgeving te ontwikkelen, conformeren landen als Japan, de VS, Canada en Zuid-Afrika zich daarom aan het EU-beleid. Die harmonisatie maakt het voor bedrijven makkelijker.’

ACM: snel duidelijkheid over productielocaties groen gas

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat er in 2030 2 miljard m3 groen gas – dat wordt geproduceerd door het vergisten van biomassa zoals plantenresten, algen of mest – in Nederland geproduceerd moet worden als duurzaam initiatief voor aardgas. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) vindt het belangrijk dat netbeheerders

Lees Verder >

Snelle invoering Omgevingswet nog niet zeker

De invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024 staat door een kritisch position paper van de Raad van State toch nog onder druk. Het commentaar van de Raad van State op de staat van het Digitale Stelsel Omgevingswet is ‘te serieus om onweersproken te laten’, erkende minister De Jonge

Lees Verder >

Eerdere Berichten

Delen:

Twitter
LinkedIn
Email

Thema

Klimaat & Duurzaamheid:

Q&A hoogleraar André Nijhof: ‘Nieuwe EU-wetgeving maakt einde aan greenwashing’

Grote bedrijven worden verplicht maatschappelijk verantwoord te ondernemen. De Europese Commissie kwam vorige week met nieuwe wetsvoorstellen daartoe. Nederlandse ondernemingen moeten er rekening mee houden dat de wetgeving over een of twee jaar ook in Nederland geldt. ‘Het is absoluut revolutionair wat de Europese Unie doet’, zegt hoogleraar duurzaam ondernemen André Nijhof van Nyenrode Business Universiteit. ‘De EU heeft besloten niet meer af te wachten wat andere continenten doen, maar zelf voorop te lopen.’

Waarom zijn de nieuwe wetten nodig?

‘Primair omdat we in deze wereld grote problemen hebben met het klimaat, ongelijkheid, kinderarbeid en arbeidsomstandigheden. De EU heeft zich afgevraagd: als daarbij Europese bedrijven betrokken zijn, welke wetgevende kaders willen we dan? De due diligence ofwel zorgplicht voor bedrijven bestaat al. De nieuwe EU-wetgeving is een pakket van maatregelen en wetgevende kaders, waarvan de zorgplicht er een is. In een document van 4000 pagina’s heeft de EU vastgelegd wat ze verstaat onder kinderarbeid, groene energie en circulair staal bijvoorbeeld. Vanuit die definities wordt de wetgeving versterkt. Dat is onderdeel van een veel breder plan van de EU om als eerste continent klaar te zijn voor de uitdagingen van de toekomst, inclusief klimaat en sociale ongelijkheid, om voorop te lopen.’

Wat is het belangrijkste dat de wetten regelen?

‘Het betekent het einde van greenwashing. Tot nu toe konden bedrijven zelf zeggen: dit vinden we wel kinderarbeid en dat niet. Een aantal landen heeft daar met due diligence wetgeving al regels voor ingevoerd, zoals Frankrijk en Duitsland. Maar met de wetgeving en de definities die er nu aankomen is het ook Europees verankerd. Het wordt nu vanuit de overheid gereguleerd.’

Wat is de achtergrond van de nieuwe regels?

‘We hebben al meer dan twintig jaar de OESO-richtlijnen voor internationale ondernemingen. Daarin staat eigenlijk hetzelfde als wat in de huidige zorgplichtwetgeving staat. Alle landen die deze richtlijnen onderschrijven, hebben een Nationaal Contactpunt (NCP). Als bijvoorbeeld een vakbond vond dat sprake was van kinderarbeid, kon die een klacht indienen bij het NCP. Dat leidde dan tot een geschil met het betrokken bedrijf.

Dat traject was zeer tijdsintensief. Per jaar werden hooguit vijf klachten ingediend bij het Nederlandse NCP, dat is niet veel. Wat betreft het afdwingen van maatschappelijk verantwoord ondernemen bleef het redelijk vrijblijvend. Als je stakeholders geen geschil aankaarten, is er ook geen druk je te houden aan de richtlijnen. Dat is over zodra het wetgeving is. Bedrijven moeten dan via compliance aantonen dat ze aan de wet voldoen. Ook de standaarden van de International Labour Organization zijn gebruikt voor de nieuwe wetgeving.’

Heeft Nederland momenteel iets geregeld op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen?

‘Nederland heeft zich geconformeerd aan de OESO-richtlijnen. Grotere bedrijven geven in hun rapportage proactief aan te voldoen aan de richtlijnen. Vorig jaar was er een uitgebreid debat in de Tweede Kamer over de vraag of we in Nederland verplichtende wetgeving willen, of de huidige zelfregulering. De uitkomst was: we willen toe naar een verplichting, maar wel samen met andere EU-lidstaten.

Bovendien streven we naar een smart-mix, een slimme mix van maatregelen. Omdat uit de consultatie bleek dat alleen maar de verplichting om te voldoen aan due diligence wetgeving niet alles zou oplossen. Transparantie is cruciaal, dat je in een sector van elkaar weet hoe je bijvoorbeeld omgaat met kinderarbeid in de keten. We weten dat bijvoorbeeld het merendeel van de zonnepanelen in een deel van China wordt gemaakt waar Oeigoeren zijn. Hoe zeker weet je of jouw zonnepanelen al dan niet in arbeidskampen met Oeigoeren zijn gemaakt? Nederlandse installateurs van zonnepanelen weten dat vaak niet. Door deze wetgeving moeten ze dat wel weten. Daarin moet je samen optrekken.’

Wat betekent de nieuwe wetgeving voor bedrijven in de praktijk?

‘Ze moeten aantonen dat de risico’s die ze in hun ketens hebben beheersbaar zijn. Daarvoor zijn er een aantal stappen. Eerst moeten ze een risico-inventarisatie doen voor de risico’s die in de due diligence wetgeving staan. Zoals kinderarbeid, milieuschade, slechte arbeidsomstandigheden. Vervolgens moeten ze een inschatting maken van hoe groot de kans is dat een risico zich voordoet bij hun toeleveranciers. Dan volgen maatregelen: hoe kun je de risico’s als bedrijf beheersbaar maken, zodat ze niet zullen optreden? Je moet transparant zijn over je actieplan. Als er toch incidenten ontstaan, moet je de schade die ontstaan is herstellen. En ook daar moeten bedrijven transparant over zijn.’

Hoe ziet dat er concreet uit?

‘Neem bijvoorbeeld de zonnepanelen uit China. Maak inzichtelijk in welk gebied van China de leveranciers vestigingen hebben. Is dat ook in het gebied waar Oeigoeren wonen, of in andere gebieden? Als de leveranciers ook zitten in gebieden met Oeigoeren: welke certificaten heb je dan opgevraagd, welke waarborgen heb je dat de leveranciers niets te maken hebben met de arbeidskampen in China?’

Bedrijven moeten dus precies kunnen herleiden waar hun producten vandaan komen.

‘Ja, het is tracking and tracing, in de voedingssector al een breed gehanteerd begrip. Van elk product in de supermarkt kun je precies herleiden van welke boer de grondstoffen komen. Eigenlijk zegt deze wetgeving: dat moeten we in alle sectoren doen. Het gaat ook om kinderarbeid en de andere thema’s in de wet.’

De invoering van de regels gaat stapsgewijs. Waarom?

‘De verplichting om te voldoen aan de wetgeving geldt allereerst bij de grote bedrijven. Dat zijn de bedrijven die er al meer ervaring mee hebben, ook vanwege de OECD-richtlijnen en geschilcommissies. Voor hen is het een minder grote stap. En het gaat om ketenverantwoordelijkheid: grote bedrijven werken samen met het midden- en kleinbedrijf in Nederland en in het buitenland. Als je als groot bedrijf informatie wilt over eventuele betrokkenheid van Oeigoeren bij de productie van zonnepanelen, moet je informatie opvragen bij de middelgrote en kleine bedrijven waarmee je samenwerkt.

ASML bijvoorbeeld moet voldoen aan de nieuwe wetgeving, het koopt onderdelen bij een kleiner bedrijf. Het kleinere bedrijf weet waar het staal vandaan haalt voor de producten voor ASML. Kleinere bedrijven worden door de grotere dus al geprikkeld om die informatie te kunnen aanleveren, voordat de wetgeving ook voor hen geldt. Ik verwacht dat het mkb er over vier tot vijf jaar ook over moet rapporteren. Dan is het al voorbereid.’

Hoe wordt de nieuwe wet gehandhaafd?

‘Veel is eigen verantwoordelijkheid. Bedrijven moeten zelf aantonen dat ze voldoen aan de wet, daar hebben ze compliance afdelingen voor. Handhaving gebeurt op nationaal niveau, maar onder welke toezichthouder het valt, moet nog bepaald worden.’

Wat doen andere landen en continenten?

‘Een land als Frankrijk liep vooruit op het EU-besluit en heeft al eigen wetgeving. Maar ook Zuid-Afrika bijvoorbeeld. Het is een mooie ontwikkeling dat de EU heeft besloten niet af te wachten wat andere continenten doen, maar zelf voorop te lopen. We merken nu dat anderen volgen.

Andere continenten en landen realiseren zich dat hun bedrijven in Europa moeten gaan voldoen aan de nieuwe wetgeving. Voor een sportschoenenbedrijf in Japan is het lastig als het Europese kantoor een andere definitie hanteert van kinderarbeid dan het hoofdkantoor in Tokio. In plaats van eigen wetgeving te ontwikkelen, conformeren landen als Japan, de VS, Canada en Zuid-Afrika zich daarom aan het EU-beleid. Die harmonisatie maakt het voor bedrijven makkelijker.’

Eerdere Berichten

Delen:

Twitter
LinkedIn
Email

Privacy Cookies

Leuk dat u er bent. Nog even dit:

LEGALE ZAKEN maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te analyseren, om het mogelijk te maken content via social media te delen. Deze cookies worden ook geplaatst door derden. Wij gaan zorgvuldig met uw privégegevens om. Klik op ‘lees verder’ voor uitgebreide informatie.

Door deze melding weg te klikken of gebruik te blijven maken van deze site stemt u hiermee in. 

Privacy Cookies

Leuk dat u er bent. Nog even dit:

LEGALE ZAKEN maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te analyseren, om het mogelijk te maken content via social media te delen. Deze cookies worden ook geplaatst door derden. Wij gaan zorgvuldig met uw privégegevens om. Klik op ‘lees verder’ voor uitgebreide informatie.

Door deze melding weg te klikken of gebruik te blijven maken van deze site stemt u hiermee in.