LEGALE ZAKEN

Zakelijk nieuws / Juridisch perspectief

Nieuws:

Rectificatie of niet?

Kan de rechter plaatsing van een rectificatie op sociale media bevelen nadat iemand daar een onjuist of misleidend bericht heeft geplaatst? In algemene zin is het antwoord: ja. Maar in een concreet geval kan het lastig zijn negatieve berichtgeving op deze manier recht te laten zetten, zeker als geruime tijd is verstreken sinds het oorspronkelijke bericht werd geplaatst. Dat laat ook een uitspraak van het Hof Den Bosch van 28 september zien.

De zaak ging over de aankoop van een pup die kort na aflevering ziek werd en overleed. De moeder van de koper plaatste daarop een negatief bericht op Facebook met een oproep haar waarschuwing tegen de fokker massaal te delen. Een vriendin van de koper plaatste dat bericht in een Facebookgroep en de koper en zij schreven er ook reacties onder. Al deze berichten werden na ongeveer een week weer verwijderd.

De fokker was intussen een kort geding gestart om negatieve uitlatingen te laten verbieden, negatieve berichten van sociale media te laten verwijderen en ook plaatsing van een rectificatie af te dwingen. De kort gedingrechter wees de vorderingen af. Dit speelde in juli 2020. Meer dan een jaar later, in september 2021, moet het Hof in hoger beroep beoordelen of alsnog een rectificatie moest worden geplaatst.

Passende oplossing?

Artikel 6:167 BW geeft de rechter de mogelijkheid iemand te veroordelen tot openbaarmaking van een rectificatie na een onjuiste of misleidende publicatie van gegevens van feitelijke aard. De rechter kan (mag) dit doen (discretionaire bevoegdheid), maar de wetgever gaat ervan uit dat een rectificatie niet altijd een passende oplossing is. Of dit het geval is moet bekeken worden aan de hand van alle omstandigheden van het concrete geval. Daarbij kunnen bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM) of onwenselijke neveneffecten van een rectificatie een rol spelen.

Maar ook de vraag of de eiser nog wel voldoende belang heeft speelt een rol, bijvoorbeeld als het medium waarin de publicatie was opgenomen al een weerwoord heeft opgenomen waardoor het negatieve effect voldoende is opgeheven. In de praktijk bestaat vaak discussie over de vraag of een weerwoord onjuistheden wel in voldoende mate rechtzet, omdat de eindindruk dan snel die van ‘twee gelijkwaardige meningen tegenover elkaar’ is.

Dit geldt natuurlijk nog sterker als geen sprake is van een weerwoord of correctie, maar alleen van het verwijderen van eerdere onjuiste berichten, die op grote of kleinere schaal bekendheid hadden gekregen. Ook dan wordt vaak een rectificatie gevraagd: een openbare correctie op bevel van een rechter heeft een heel andere impact dan het simpelweg ‘verdwijnen’ van een bericht.

Tijdsverloop

Een vraag die regelmatig een rol speelt is of een rectificatie nog wel zinvol is als inmiddels relatief veel tijd is verstreken sinds de oorspronkelijke publicatie. Ook in deze zaak is dit een discussiepunt geweest. Het Hof meent dat het tijdsverloop (ruim een jaar) – in samenhang met de relatief korte duur van de online publicaties – maakt dat rectificatie geen passende oplossing is. Dat de berichten vele malen zijn gedeeld toen zij nog online stonden maakt dat niet anders. Bovendien, zegt het Hof, is het te verwachten effect gering: het is niet gezegd dat de oorspronkelijke lezers dezelfde mensen zijn die nu een rectificatie zullen zien. En het zou ook een averechts effect kunnen hebben om weer aandacht aan de kwestie te besteden.

Hoewel de wet de rechter volledige vrijheid geeft om een rectificatie wel of niet toe te kennen en al deze elementen in de beslissing mee te wegen, is het toch wat onbevredigend dat het Hof op deze gronden oordeelt dat rectificatie geen “passende oplossing” zou zijn. Volgens de benadeelde partij was dit kennelijk – ondanks het tijdsverloop, dat in een procedure nu eenmaal onvermijdelijk is – wel een goede manier om eerherstel te krijgen. En een echt alternatief was er niet.

Precieze formulering

Het Hof geeft ook nog aan dat de vordering tot rectificatie op verschillende onderdelen niet voldoende specifiek is geformuleerd, en dus in die vorm sowieso niet toewijsbaar zou zijn. De wet zegt dat de rechter iemand kan veroordelen tot rectificatie ‘op een door de rechter aan te geven wijze’. Als een rectificatie wordt gevorderd is de rechter dus vrij om zelf de vorm te bepalen; de eiser is niet verplicht om een tekstvoorstel te formuleren.

In de praktijk is dat wel aan te raden, omdat de precieze formulering van een rectificatie voor de benadeelde partij vaak van groot belang is. En een concreet tekstvoorstel met een goede uitleg waarom de gevraagde rectificatie in het concrete geval (wel) passend is vergroot de kans op toewijzing.

Door: Chantal Morel en Paul Tjiam

Rechtbank schorst bestuurder Stichting Forniamo

Naar aanleiding van een opsporingsonderzoek naar witwassen is het Openbaar Ministerie (OM) een civielrechtelijk onderzoek gestart naar Forniamo, een stichting die ambulante begeleiding, huishoudelijke hulp en persoonlijke verzorging aanbiedt. Het OM is van oordeel dat de bestuurder van de stichting zich schuldig heeft gemaakt aan (financieel) wanbeheer en in strijd

Lees Verder >

ACM: snel duidelijkheid over productielocaties groen gas

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat er in 2030 2 miljard m3 groen gas – dat wordt geproduceerd door het vergisten van biomassa zoals plantenresten, algen of mest – in Nederland geproduceerd moet worden als duurzaam initiatief voor aardgas. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) vindt het belangrijk dat netbeheerders

Lees Verder >

Eerder Nieuws

Delen:

Twitter
LinkedIn
Email

Overzicht pagina:

Nieuws:

Rectificatie of niet?

Kan de rechter plaatsing van een rectificatie op sociale media bevelen nadat iemand daar een onjuist of misleidend bericht heeft geplaatst? In algemene zin is het antwoord: ja. Maar in een concreet geval kan het lastig zijn negatieve berichtgeving op deze manier recht te laten zetten, zeker als geruime tijd is verstreken sinds het oorspronkelijke bericht werd geplaatst. Dat laat ook een uitspraak van het Hof Den Bosch van 28 september zien.

De zaak ging over de aankoop van een pup die kort na aflevering ziek werd en overleed. De moeder van de koper plaatste daarop een negatief bericht op Facebook met een oproep haar waarschuwing tegen de fokker massaal te delen. Een vriendin van de koper plaatste dat bericht in een Facebookgroep en de koper en zij schreven er ook reacties onder. Al deze berichten werden na ongeveer een week weer verwijderd.

De fokker was intussen een kort geding gestart om negatieve uitlatingen te laten verbieden, negatieve berichten van sociale media te laten verwijderen en ook plaatsing van een rectificatie af te dwingen. De kort gedingrechter wees de vorderingen af. Dit speelde in juli 2020. Meer dan een jaar later, in september 2021, moet het Hof in hoger beroep beoordelen of alsnog een rectificatie moest worden geplaatst.

Passende oplossing?

Artikel 6:167 BW geeft de rechter de mogelijkheid iemand te veroordelen tot openbaarmaking van een rectificatie na een onjuiste of misleidende publicatie van gegevens van feitelijke aard. De rechter kan (mag) dit doen (discretionaire bevoegdheid), maar de wetgever gaat ervan uit dat een rectificatie niet altijd een passende oplossing is. Of dit het geval is moet bekeken worden aan de hand van alle omstandigheden van het concrete geval. Daarbij kunnen bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM) of onwenselijke neveneffecten van een rectificatie een rol spelen.

Maar ook de vraag of de eiser nog wel voldoende belang heeft speelt een rol, bijvoorbeeld als het medium waarin de publicatie was opgenomen al een weerwoord heeft opgenomen waardoor het negatieve effect voldoende is opgeheven. In de praktijk bestaat vaak discussie over de vraag of een weerwoord onjuistheden wel in voldoende mate rechtzet, omdat de eindindruk dan snel die van ‘twee gelijkwaardige meningen tegenover elkaar’ is.

Dit geldt natuurlijk nog sterker als geen sprake is van een weerwoord of correctie, maar alleen van het verwijderen van eerdere onjuiste berichten, die op grote of kleinere schaal bekendheid hadden gekregen. Ook dan wordt vaak een rectificatie gevraagd: een openbare correctie op bevel van een rechter heeft een heel andere impact dan het simpelweg ‘verdwijnen’ van een bericht.

Tijdsverloop

Een vraag die regelmatig een rol speelt is of een rectificatie nog wel zinvol is als inmiddels relatief veel tijd is verstreken sinds de oorspronkelijke publicatie. Ook in deze zaak is dit een discussiepunt geweest. Het Hof meent dat het tijdsverloop (ruim een jaar) – in samenhang met de relatief korte duur van de online publicaties – maakt dat rectificatie geen passende oplossing is. Dat de berichten vele malen zijn gedeeld toen zij nog online stonden maakt dat niet anders. Bovendien, zegt het Hof, is het te verwachten effect gering: het is niet gezegd dat de oorspronkelijke lezers dezelfde mensen zijn die nu een rectificatie zullen zien. En het zou ook een averechts effect kunnen hebben om weer aandacht aan de kwestie te besteden.

Hoewel de wet de rechter volledige vrijheid geeft om een rectificatie wel of niet toe te kennen en al deze elementen in de beslissing mee te wegen, is het toch wat onbevredigend dat het Hof op deze gronden oordeelt dat rectificatie geen “passende oplossing” zou zijn. Volgens de benadeelde partij was dit kennelijk – ondanks het tijdsverloop, dat in een procedure nu eenmaal onvermijdelijk is – wel een goede manier om eerherstel te krijgen. En een echt alternatief was er niet.

Precieze formulering

Het Hof geeft ook nog aan dat de vordering tot rectificatie op verschillende onderdelen niet voldoende specifiek is geformuleerd, en dus in die vorm sowieso niet toewijsbaar zou zijn. De wet zegt dat de rechter iemand kan veroordelen tot rectificatie ‘op een door de rechter aan te geven wijze’. Als een rectificatie wordt gevorderd is de rechter dus vrij om zelf de vorm te bepalen; de eiser is niet verplicht om een tekstvoorstel te formuleren.

In de praktijk is dat wel aan te raden, omdat de precieze formulering van een rectificatie voor de benadeelde partij vaak van groot belang is. En een concreet tekstvoorstel met een goede uitleg waarom de gevraagde rectificatie in het concrete geval (wel) passend is vergroot de kans op toewijzing.

Door: Chantal Morel en Paul Tjiam

Eerder Nieuws

Delen:

Twitter
LinkedIn
Email

Overzicht pagina:

Privacy Cookies

Leuk dat u er bent. Nog even dit:

LEGALE ZAKEN maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te analyseren, om het mogelijk te maken content via social media te delen. Deze cookies worden ook geplaatst door derden. Wij gaan zorgvuldig met uw privégegevens om. Klik op ‘lees verder’ voor uitgebreide informatie.

Door deze melding weg te klikken of gebruik te blijven maken van deze site stemt u hiermee in. 

Privacy Cookies

Leuk dat u er bent. Nog even dit:

LEGALE ZAKEN maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te analyseren, om het mogelijk te maken content via social media te delen. Deze cookies worden ook geplaatst door derden. Wij gaan zorgvuldig met uw privégegevens om. Klik op ‘lees verder’ voor uitgebreide informatie.

Door deze melding weg te klikken of gebruik te blijven maken van deze site stemt u hiermee in.