‘Voor een zorgvuldige invoering van de Omgevingswet is meer tijd nodig om te oefenen, te testen en te zorgen voor extra ondersteuning bij bevoegde gezagen.’ Daarom opteert minister De Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor uitstel van de ingangsdatum: dat wordt 1 juli 2023, in plaats van 1 januari 2023.
De Omgevingswet bundelt een lappendeken aan wetten en voorschriften over de inrichting van de publieke ruimte in één wet. Daarnaast zorgt de wet voor één digitaal loket dat het voor consumenten en bedrijfsleven makkelijker maakt vergunningen aan te vragen en projecten te starten. Het Koninklijk Besluit dat de eerder beoogde invoering per 1 januari 2023 regelt, trekt de minister in om vervolgens een nieuw besluit in procedure te brengen met als ingangsdatum 1 juli 2023.
Het is de zoveelste keer uitstel voor de wet. Oorspronkelijk was inwerkingtreding voorzien per 2019.
Zorgvuldigheid en duidelijkheid
Volgens De Jonge is alles afwegende is een nieuwe ingangsdatum van 1 juli 2023 de beste optie. Dat vinden provincies, gemeenten en waterschappen volgens hem ook. ‘Dit beperkte uitstel zorgt voor zorgvuldigheid én duidelijkheid. Over de verschillende scenario’s, achterliggende dilemma’s en alle voor- en nadelen ga ik graag met de Eerste Kamer in debat.’
De beslissing volgt op een advies van de Adviesraad ICT-toetsing. Die schreef vorige week dat het onderliggende Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) onvoldoende is getest, en er is ‘onvoldoende zekerheid over de stabiliteit, betrouwbaarheid en technische werking’. Als toch wordt ingezet op 1 januari 2023 als invoeringsdatum van de Omgevingswet, dan moet er op korte termijn stevig worden geïnvesteerd in het testen van de ICT-systemen, stelde het college. Maar beter is uitstel en de tijd nemen voor een ‘fundamentele heroriëntatie’, aldus het adviescollege.
Lees ook: Adviescollege: Digitale Stelsel Omgevingswet onvoldoende getest
Lees ook: ‘De Omgevingswet is zo groots dat hij onuitvoerbaar is’