Er komt een nieuwe landelijke autoriteit die verantwoordelijk wordt voor het toezicht op alle Nederlandse advocaten: de Landelijke Toezichtautoriteit Advocatuur (LTA). De LTA bestaat uit drie daarvoor vrijgestelde advocaten. De LTA krijgt op zijn beurt een toezichthouder in zijn nek, bestaande uit niet-advocaten (de zogenaamde ‘blik van buiten’). De rol van lokale dekens in het toezicht op advocaten is straks vrijwel uitgespeeld, en het College van Toezicht – ‘systeemtoezichthouder’ – wordt afgeschaft.
Dat schrijft minister Franc Weerwind van Rechtsbescherming in een brief aan de Tweede Kamer. De voorstellen houden in dat de Advocatenwet gewijzigd moet worden. Tot het zover is, blijft alles zoals het nu is.
De stelselwijziging is nodig, omdat in het huidige systeem – met veel petten voor lokale dekens – een ‘toenemende’ kans bestaat op belangenverstrengeling. ‘Zoals eerder geschetst heeft de lokaal deken nu veel verschillende taken en rollen. Deze verschillende taken en rollen kunnen elkaar versterken, maar kunnen ook tegenstrijdig zijn met elkaar. Het combineren van die verschillende taken en rollen kan in toenemende mate steeds lastiger worden en eerder heb ik al aangegeven de zorgen van uw Kamer over de schijn van belangenverstrengeling te delen’, stelt Weerwind.
Meer concreet leidde de kwestie rond de neef van Ridouan T. – de hoofdverdachte in het Marengo-proces – tot ergernis, ook in de Tweede Kamer. Die werd eerder dit jaar opgepakt omdat hij zich als advocaat van T. zou hebben bezighouden met ontsnappingsplannen. Het toezicht per arrondissement kwam verder in opspraak door de grote fraudezaak bij het kantoor van landsadvocaat Pels Rijcken.
Geen andere taken
De LTA bestaat uit drie advocaat-leden die niet tevens lid mogen zijn van een ander orgaan van de NOvA of de lokale orde. De leden van de LTA hebben geen andere taken en houden zich uitsluitend met het toezicht bezig. Zij worden om die reden ook vrijgesteld van de verplichting om ‘duurzaam en stelselmatig kantoor te houden’. De leden van de LTA ‘vervullen geen nevenfuncties die ongewenst zijn met het oog op het vervullen van de functie, de handhaving daarvan of het vertrouwen daarin’, aldus Weerwind.
De leden van de LTA worden benoemd door het college van afgevaardigden (CvA), op voordracht van de Algemene Raad, het dagelijks bestuur van de Nederlandse Orde van Advocaten. De benoemingstermijn is 4 jaar met mogelijkheid voor één herbenoeming. De benoeming vindt plaats op basis van een functieprofiel dat is vastgesteld door het CvA, gehoord de LTA en de ‘blik van buiten’.
‘Bepaalde afhankelijkheden’
De LTA wordt een bestuursorgaan binnen de Orde, en Weerwind is zich bewust van het risico dat daarmee ‘bepaalde afhankelijkheden’ zullen ontstaan. ‘Indien er bepaalde afhankelijkheden zijn, zullen voldoende “checks and balances” worden ingebouwd’, aldus de minister.
De LTA krijgt voldoende instrumenten in handen om het toezicht uit te kunnen oefenen. De door de LTA aan te wijzen toezichthouders beschikken over de bestuursrechtelijke bevoegdheden, zoals bijvoorbeeld de bevoegdheid om informatie en inzage te vorderen. ‘Daarbij wordt geregeld dat zij zich ten opzichte van de toezichthouders niet kunnen beroepen op hun wettelijke geheimhoudingsplicht. De leden van de LTA en de door hen aangewezen toezichthouders krijgen een van de advocaat afgeleide geheimhoudingsplicht (…). Op die manier blijft de vertrouwelijkheid van cliëntinformatie gewaarborgd’, schrijft Weerwind.
Het is aan de LTA om te bepalen hoeveel feitelijke toezichthouders noodzakelijk zijn voor het goed kunnen uitoefenen van het toezicht. ‘Wel wil ik borgen dat er ook sprake is van een bepaalde mate van lokale inbedding van het toezicht door voor te schrijven dat de LTA in ieder geval ook een lokaal toezichthouder aanwijst. Reden hiervoor is dat dit kan bijdragen aan de effectiviteit van het toezicht en zorgt voor een duidelijk aanspreekpunt in een arrondissement voor advocaten, de lokale raad van de orde (inclusief de deken) en diverse lokale ketenpartners.’
Noodzakelijke medewerking
De ‘blik van buiten’ – de niet advocatuurlijke toezichthouder op de toezichthouder – krijgt geen zicht op vertrouwelijke cliëntinformatie. ‘Om de “blik van buiten” in staat te stellen haar taken goed te vervullen, verstrekt de LTA aan de “blik van buiten” alle noodzakelijke informatie en verleent de LTA alle noodzakelijke medewerking die de “blik van buiten” redelijkerwijs nodig heeft voor de uitoefening van die taken. Dit gaat echter niet zover dat de LTA informatie moet verstrekken die onder een van de advocaat afgeleide geheimhoudingsplicht valt. Voor het uitoefenen van zijn taken is het niet relevant dat de “blik van buiten” beschikt over cliëntinformatie.’
Het toezicht wordt weggenomen van lokale dekens, maar ze blijven wel een rol houden bij de klachtenbehandeling: het indienen van dekenbezwaar bij de tuchtrechter. Weerwind realiseert zich dat er sprake is van een grijs gebied. ‘Uit klachten kan informatie komen die voor de toezichthouder relevant kan zijn en andersom. Om die reden ga ik regelen dat de LTA en de lokaal dekens ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid informatie met elkaar kunnen uitwisselen. Ik vertrouw er daarbij op dat de LTA en de lokaal dekens vanuit een professionele invulling van hun toekomstige taken ook informatie met elkaar zullen delen.’
Lees ook: Advocaat Youssef Taghi gaf laatste zet voor fundamentele wijziging toezicht advocatuur
Foto: Martijn Beekman