De jurist met een vaste contactpersoon bij een bedrijf: vaak kennen ze elkaar al jaren. Hoe werken ze samen? Wat gooien ze over de schutting? Strateeg Robert Jan ter Kuile (GVB Amsterdam) en mededingingsrechtadvocaat Annemieke van der Beek (Kennedy Van der Laan) zijn al even bezig om een vervoersplatform door de mededingingsautoriteit te krijgen.
Ter Kuile: ‘In het begin, ruim twee jaar geleden, dacht ik: hoe moeilijk kan het zijn, een aanbesteding voor zo’n platform? Ik dacht: je gaat naar de Kamer van Koophandel, richt een B.V. op en je hebt een samenwerkingsvorm voor de aanbesteding. Maar toen trok iemand aan de bel, over mededinging en de Autoriteit Consument & Markt. Zo kwamen we in contact met Annemieke.’
Van der Beek: ‘Via het platform zul je met een app alle soorten van vervoer kunnen plannen, boeken en betalen. Niet alleen openbaar vervoer, ook het vervoer door commerciële partijen, voor deelauto’s, deelfietsen, taxi’s en dergelijke.’
Ter Kuile: ‘We zijn begonnen met vier publieke vervoerders: de NS, de RET (Rotterdam) en de HTM (Den Haag) en wij zelf. Met zijn vieren is het al ingewikkeld genoeg om één kant op te gaan en snelheid te behouden. Maar uiteindelijk gaat het niet om onze samenwerking, juist de aansluiting met andere, nieuwe vormen van mobiliteit zal de reizigers meerwaarde bieden.’
Van der Beek: ‘De publieke vervoerders zijn ondernemingen in de zin van het mededingingsrecht. Zo’n joint venture kan een concentratie inhouden, die van te voren goedgekeurd moet worden door de mededingingsautoriteiten. Met een klein team, van Robert Jan, een jurist van de NS, een kantoorgenoot en ik zelf, hadden we strategische overleggen over hoe je het zo opzet dat je het bij de mededingingsautoriteit erdoorheen krijgt. In het begin is er bij de partijen die aankloppen soms nog niet veel mededingingsrechtelijke kennis. Maar Robert Jan is heel snel van begrip, die heeft het meteen door.’
Crash course
Ter Kuile: ‘Een van de interne advocaten bij ons heeft het projectteam een crash course mededingingsrecht gegeven. Want vanwege boeteclausules zijn er ook risico’s bij de teksten die je intern rondstuurt. Zeker in het begin hebben we alles tot vermoeiens toe vertrouwelijk en geprivilegieerd rondgestuurd. Wat er in je statuten staat moet kloppen met wat je in de aanbesteding opschrijft en bij de mededingingsautoriteiten neerlegt. Annemieke en haar team zorgden daarvoor. Een interne advocaat werkt altijd voor één van de partijen. Bij samenwerking heb je een meer neutrale tussenpersoon nodig, ook voor de gesprekken met toezichthouders.’
Van der Beek: ‘Mededingingsrecht is maar een kleine specialisatie, en zo’n project vergt nogal wat kennis van het mededingingsrecht. Ik heb zelf ook weer veel geleerd over de mobiliteitssector. Die kende ik al wel, omdat ik ook de OV-chipkaart heb begeleid. Maar het is leuk om betrokken te zijn bij zo’n nieuwe ontwikkeling, de oprichting van dit platform.’
Ter Kuile: ‘Nu zie ik toch wel dat alle sessies met Annemieke en de gesprekken met de toezichthouder hebben geholpen om het product beter te maken, om een neutrale en stevige organisatie neer te zetten. Maar het ingewikkeldste van het aanbestedings- en medededingingstraject vind ik dat het recht ervan uitgaat dat je van alles van tevoren precies weet. Terwijl je het bij innovatie nooit helemaal zeker weet.’
TGV
Van der Beek: ‘Dat strategisch brainstormen van het begin vind ik vooral heel leuk werk. Waar moet je op letten om de goedkeuring te krijgen? Ook leuk waren de ritjes met de TGV naar Brussel. Dan heb je ook gelegenheid om over andere dingen te praten. Zo kreeg Robert Jan in de tussentijd een tweeling.’
Ter Kuile: ‘En Annemieke heeft me geadviseerd over hoe met au pairs om te gaan. Buitengewoon nuttig. Nu mailen of bellen we nog bijna dagelijks, maar in het begin waren het vaak sessies van halve dagen.’
Van der Beek: ‘We zijn begonnen bij de Europese Commissie met goedkeuring te vragen. Die verwees naar de ACM, omdat deze de zaak van nationaal belang achtte. Die kijkt er nu naar, we zitten in de eindfase. En als het platform eenmaal draait, zal ik het zelf ook gebruiken, jazeker. Het idee is ook om de steden autoluw en leefbaarder te maken, door een goed alternatief te bieden voor de auto in de stad.’
Het nieuwe normaal
Ter Kuile: ‘Mensen zitten nu vaak de hele dag in de auto, terwijl ze die soms maar voor één ritje echt nodig hebben. We kunnen een beter alternatief bieden, met deelauto, fiets en taxi en soms ook de eigen auto. Het platform zal in de grote steden zeker worden gebruikt. Zie de OV-fiets, dat zat jaren een beetje in de marge, maar ineens zat iedereen er op en werd dat ”het nieuwe normaal”.’