LEGALE ZAKEN

Zakelijk nieuws / Juridisch perspectief

Thema

Mededinging:

Bedrijven uit de EU moeten betere toegang krijgen tot niet Europese aanbestedingen

Bedrijven uit Nederland en andere EU-landen die overheidsopdrachten buiten de Europese Unie willen uitvoeren, moeten betere toegang krijgen tot die aanbestedingen. Dat is het doel van het Europese ‘Internationaal Aanbestedingsinstrument’ dat vandaag in werking treedt. ‘Het instrument is erop gericht dat EU-ondernemers evenveel kans maken op een opdracht als niet-EU-bedrijven waardoor een gelijk speelveld ontstaat’, aldus het ministerie van economische Zaken en Klimaat.

Als de Europese Commissie vermoedt dat landen buiten de EU (derde landen) bij aanbestedingen beperkingen opleggen aan EU-bedrijven, kan de Commissie hier onderzoek naar doen. Vervolgens gaat de Commissie met het betreffende land in gesprek om de belemmeringen weg te nemen.

Als dit niet tot een oplossing leidt, kan de EU maatregelen nemen om het derde land hier alsnog toe te bewegen. De Commissie maakt het dan moeilijker voor bedrijven uit dat land om een overheidsaanbesteding in de EU te winnen. Het Internationaal Aanbestedingsinstrument (International Procurement Instrument, IPI) zorgt ervoor dat aanbestedende diensten (zoals provincies, waterschapen en het Rijk)  een fictieve scoreopslag opleggen op inschrijvingen uit het derde land. ‘Als een bedrijf uit dat land meedoet aan een overheidsaanbesteding in de EU wordt de prijs waarvoor het bedrijf de dienst of het product aanbiedt verhoogd. Hierdoor wordt het aanbod van dit bedrijf onaantrekkelijker dan de inschrijvingen van EU-bedrijven die dezelfde opdracht willen gaan uitvoeren.’

Als de aanbesteding op kwaliteit wordt gegund, mag de scoreopslag maximaal 50 procent zijn. Wanneer enkel op prijs wordt gegund, wordt de fictieve opslag verdubbeld. In bepaalde gevallen kan de EU ook besluiten om bedrijven uit het derde land uit te sluiten van aanbestedingen. Aanbestedende diensten moeten een maatregel toepassen als aanbestedingen boven bepaalde opdrachtwaarden uitkomen. Voor werken en concessies geldt de verplichting vanaf € 15 mln. Bij aanbestedingen voor goederen en diensten vanaf € 5 mln. 

Gelijk speelveld

Minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat in het persbericht: ‘We willen graag zaken blijven doen met landen en bedrijven van buiten de EU. Dat heeft ons altijd economisch voordeel en banen opgeleverd. We hechten wel aan een gelijk speelveld. Dat betekent dat Nederlandse bedrijven net zo goed kans moeten maken op buitenlandse overheidsopdrachten, als buitenlandse bedrijven bij ons mee mogen doen. Dit aanbestedingsinstrument is hiervoor een stevige stok achter de deur.’

Minister Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking: ‘De Europese markt voor overheidsopdrachten is een van de meest toegankelijke ter wereld, maar in het buitenland krijgen onze bedrijven vaak te maken met belemmeringen. Met het IPI gaan we dit probleem aanpakken, waarbij we de marktmacht van de EU inzetten om ervoor te zorgen dat onze bedrijven dezelfde kansen krijgen als buitenlandse bedrijven hier.’

In de komende periode wordt via een technische wijziging van de Aanbestedingswet geregeld dat aanbestedende diensten het instrument verplicht toepassen. Ook wordt gewerkt aan voorlichtingsmateriaal zodat aanbestedende diensten en ondernemers weten wat concreet van hen wordt verwacht.

Nederland krijgt weinig steun EU bij exportbeperking China

Ondanks verhitte pogingen van het kabinet krijgt Nederland weinig Europese steun bij de exportbeperking van chiptechnologie naar China. Eerder deze week kondigde het kabinet aan de export van bepaalde machines van chipmachinemaker ASML aan banden te willen leggen. Den Haag is hiermee Europees koploper, maar neemt hiermee ook een flink

Lees Verder >

WhatsApp informeert voortaan duidelijk over wijziging voorwaarden

WhatsApp gaat gebruikers van zijn berichtenapp voortaan duidelijk informeren over wijzigingen die het bedrijf doorvoert in zijn algemene voorwaarden. Dit is het resultaat van de gesprekken die de Europese consumententoezichthouders en de Europese Commissie, onder leiding van de Zweedse en de Ierse toezichthouder, met het bedrijf hebben gevoerd. Het bedrijf

Lees Verder >

Eerdere Berichten

Delen:

Twitter
LinkedIn
Email

Overzicht pagina:

Thema

Mededinging:

Hoge Raad over de verhouding tussen het uitzendbeding en het opzegverbod bij ziekte

In een recente procedure bij de Hoge Raad kwam de vraag aan de orde of een bepaling uit de  NBBU-cao voor Uitzendkrachten (hierna de CAO) rechtsgeldig was of dat deze in strijd was met het opzegverbod bij ziekte. In de betreffende bepaling was opgenomen dat in geval van ziekte of arbeidsongeschiktheid van de uitzendkracht, de uitzendovereenkomst met onmiddellijke ingang geacht zou zijn te zijn beëindigd op verzoek van de inlener. Een fictief verzoek van de inlener dus.

In deze zaak stond een werknemer centraal die door een uitzendbureau ter beschikking werd gesteld aan een inlener. De werknemer raakte vervolgens bij de inlener als gevolg van een arbeidsongeval arbeidsongeschikt.

Op de uitzendovereenkomst was de CAO van toepassing verklaard, waarin nadere duiding werd gegeven aan het tussen de werknemer en het uitzendbureau overeengekomen uitzendbeding. Kort gezegd is een uitzendbeding een bepaling in de uitzendovereenkomst als gevolg waarvan de uitzendovereenkomst van rechtswege eindigt doordat de terbeschikkingstelling van de werknemer door het uitzendbureau bij de inlener op verzoek van de inlener eindigt.

De CAO bepaalde het volgende: ‘De uitzendovereenkomst komt ten einde doordat de inlener om welke reden dan ook de uitzendkracht niet langer wil of kan inlenen en voorts doordat de uitzendkracht om welke reden dan ook, daaronder begrepen arbeidsongeschiktheid, de bedongen arbeid niet langer wil of kan verrichten (…). In geval van ziekte of ongeval van de uitzendkracht wordt de terbeschikkingstelling in Fase 1 en 2 direct na de melding als bedoeld in artikel 25 lid 2 geacht met onmiddellijke ingang te zijn beëindigd op verzoek van de inlener.’

De werknemer vorderde in een procedure bij de Kantonrechter doorbetaling van loon en betaling van ziektegeld van de periode van de ziekmelding tot aan de periode waarop de werknemer als zzp’er is gaan werken. De kantonrechter wees deze vordering af met een verwijzing naar de hierboven genoemde CAO-bepaling.

Het Hof vernietigde in hoger beroep de beschikking van de kantonrechter en oordeelde dat de CAO-bepaling in strijd was met het opzegverbod tijdens ziekte. Tegen het oordeel van het Hof heeft het uitzendbureau cassatie ingesteld en uiteindelijk weer ingetrokken. De Hoge Raad heeft echter in het belang van de rechtsontwikkeling en rechtseenheid aanleiding gezien om de rechtsvraag toch te beantwoorden.

Beoordeling Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat een uitzendbeding als gevolg waarvan de uitzendovereenkomst van rechtswege eindigt indien op verzoek van de inlener de terbeschikkingstelling eindigt, ook wegens of tijdens ziekte van de uitzendkracht, niet in strijd is met het wettelijk stelsel van het ontslagrecht en het opzegverbod tijdens ziekte. Echter, het daaraan gekoppelde fictieve verzoek van de inlener tot beëindiging van de uitzendovereenkomst is niet rechtsgeldig. De Hoge Raad heeft dit oordeel onder andere gemotiveerd met de volgende argumenten.

Het opzegverbod bij ziekte staat volgens de Hoge Raad niet in de weg aan een beëindiging van de uitzendovereenkomst op basis van een uitzendbeding. Op basis van een uitzendbeding eindigt de uitzendovereenkomst van rechtswege en het opzegverbod tijdens ziekte is dan niet van toepassing.

De Hoge Raad heeft meer moeite met het gedeelte van de CAO-bepaling waarin de beëindiging van de uitzendovereenkomst wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid wordt gekoppeld aan een fictief verzoek van de inlener tot beëindiging van de terbeschikkingstelling. Volgens de Hoge Raad biedt de wettelijke regeling slechts ruimte om een uitzendbeding overeen te komen waarin het einde van de uitzendovereenkomst wordt gekoppeld aan een actief verzoek tot beëindiging van de terbeschikkingstelling van de inlener.

Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat dit vereiste in de wet is opgenomen om de rechtspositie van de uitzendkracht te beschermen. Het vereiste beperkt de mogelijkheden van het uitzendbureau om de uitzendovereenkomst steeds onmiddellijk te beëindigen door het einde van de uitzendovereenkomst te koppelen aan de beëindiging van de terbeschikkingstelling door de inlener. Volgens de Hoge Raad gaat deze bescherming door de bewoording van de CAO-bepaling teniet vanwege het fictieve verzoek van de inlener dat volgt op de ziekte of arbeidsongeschiktheid van de uitzendkracht. Dit gedeelte van de CAO-bepaling is derhalve in strijd met de wet.

Conclusie

Het oordeel van de Hoge Raad laat zien dat een beëindiging van de uitzendovereenkomst van rechtswege als gevolg van ziekte of arbeidsongeschiktheid van de uitzendkracht niet strijdig is met het opzegverbod tijdens ziekte. Wél is vereist dat de inlener een actief verzoek doet tot beëindiging van de terbeschikkingstelling. In de onderhavige casus was er sprake van een fictief verzoek uitgewerkt in een CAO-bepaling, wat volgens de Hoge Raad afbreuk doet aan de rechtspositie van de uitzendkracht, en dus in strijd is met de wet.

Door: Jimmie de Kruijf

Eerdere Berichten

Delen:

Twitter
LinkedIn
Email

Overzicht pagina:

Privacy Cookies

Leuk dat u er bent. Nog even dit:

LEGALE ZAKEN maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te analyseren, om het mogelijk te maken content via social media te delen. Deze cookies worden ook geplaatst door derden. Wij gaan zorgvuldig met uw privégegevens om. Klik op ‘lees verder’ voor uitgebreide informatie.

Door deze melding weg te klikken of gebruik te blijven maken van deze site stemt u hiermee in. 

Privacy Cookies

Leuk dat u er bent. Nog even dit:

LEGALE ZAKEN maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te analyseren, om het mogelijk te maken content via social media te delen. Deze cookies worden ook geplaatst door derden. Wij gaan zorgvuldig met uw privégegevens om. Klik op ‘lees verder’ voor uitgebreide informatie.

Door deze melding weg te klikken of gebruik te blijven maken van deze site stemt u hiermee in.