Ze procederen wat tegen elkaar af, fabrikanten van sportkleding en -schoenen. Nu is het Puma, dat het gebruik van de term ‘nitro’ probeert te monopoliseren. De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag maakt er niet veel woorden aan vuil: ‘De slotsom is dat Brooks “nitro” niet als merk gebruikt, maar om een kenmerk van haar schoenen te beschrijven. Voorshands is van merkinbreuk daarom geen sprake. De vorderingen zullen dan ook worden afgewezen.’
Kenmerk van de nitro-loopschoenen is dat er stikstof is geïnjecteerd in een tussenzool. Dat zorgt voor demping bij het hardlopen. ‘Informatie over de demping is relevant voor potentiële kopers, omdat hardlopen de gewrichten flink belast, met alle risico’s op blessures van dien. De stikstof in de tussenzool vormt dus een wezenlijk kenmerk van de “nitro” hardloopschoenen van beide partijen’, aldus de kort gedingrechter.
Onder die omstandigheden is ‘verdedigbaar dat nitro geen onderscheidend vermogen heeft omdat het een belangrijk kenmerk van de schoen beschrijft’. De rechter: ‘Puma gebruikt “nitro” ook alleen voor haar schoenen met stikstof in de tussenzool, en niet voor haar andere hardloopschoenen. Dat vormt ook een aanwijzing voor het beschrijvende karakter van de term.’
Belangrijker in deze zaak is dat Brooks het teken nitro niet gebruikt om de herkomst van de schoenen aan te duiden, maar als aanduiding van de stikstof in de zolen van haar schoenen en het proces van stikstof-infusie. ‘Voor de aanduiding van de herkomst van haar schoenen gebruikt zij altijd haar eigen merk “Brooks”. De potentiële koper ziet bij Brooks de aanduiding “nitro” dus altijd in combinatie met het merk Brooks en zal dus ook niet (snel) in verwarring zijn over de herkomst van die schoenen. Datzelfde geldt overigens ook voor Puma; zij gebruikt nitro alleen in combinatie met de andere merken van Puma (…).’