Een groep van dertig innovatieve Nederlandse bedrijven – waaronder ASML, TomTom, Adyen, Booking.com en WeTransfer – vragen de regering ‘met klem de 30%-regeling in huidige vorm te behouden’. Die regeling houdt in dat werkgevers aan bepaalde buitenlandse werknemers maximaal 30% van het loon inclusief de vergoeding onbelast kunt geven, bijvoorbeeld omdat ze een specifieke deskundigheid hebben.
Volgens de bedrijven speelt Nederland mee op het wereldtoneel met tientallen innovatieve kampioenen. Deze sterke positie van Nederland is echter ‘zeker niet vanzelfsprekend’. ‘Talent is onontbeerlijk voor een ijzersterk innovatieklimaat en het realiseren van het verdienvermogen van morgen. De 30%-regeling is hiervoor een essentieel instrument, om internationaal talent naar Nederland te halen en voor langere tijd aan Nederland te binden’, aldus de ondernemers.
Tussen de 15 en 70 procent van de medewerkers van de innovatieve bedrijven komt van buiten Nederland. ‘Voor de kennisontwikkeling, onderzoek en innovatie van waaruit ons verdienvermogen ontstaat, is het van groot belang dat bedrijven en kennisinstellingen in Nederland kunnen bouwen op talent. Nederland wil met Europa bouwen aan een sterke eigen positie in de wereld Nederland wil leidend zijn in digitalisering en nieuwe (sleutel)technologieën en werken aan strategische autonomie. Het kabinet wil eigen innovatiekracht versterken, voor een sterke Europese positie in de wereld. Wij zijn het bewijs dat Nederland bedrijven en projecten kan voortbrengen die leidend zijn in hun domein.’
Gemakkelijk doorstromen
Ze wijzen op de groeiende concurrentie tussen steden en landen als het gaat om het aantrekken van talent, bijvoorbeeld op het gebied van tech. ‘Als het aankomt op het werven van tech-talent, concurreert Nederland met de VS, Londen, Berlijn, Dubai, Tel Aviv, Singapore, Taiwan, Hong Kong en Shanghai. Tech-talent is typisch internationaal georiënteerd en kan door de schaarste op de internationale arbeidsmarkt gemakkelijk doorstromen naar elders.’
De bedrijven concurreren niet alleen op innovatieklimaat en het internationale karakter van de steden, maar ‘juist ook op kosten van levensonderhoud en salaris’. ‘Elk West-Europees land, op Duitsland na, heeft voordelige fiscale regelingen voor buitenlandse werknemers. De 30%-regeling zorgt ervoor dat Nederlandse bedrijven – van start-up tot multinational – en kennisinstellingen concurrerender kunnen zijn.’