De Tweede Kamer heeft vorige week ingestemd met de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie. Het wetsvoorstel beoogt malafide beëindiging van rechtspersonen via turboliquidatie te voorkomen. Daartoe voorziet de regeling in een verantwoordingsplicht voor het bestuur bij opheffing van de rechtspersoon, een uitbreiding van de regeling van het civielrechtelijk bestuursverbod en een inzagerecht voor schuldeisers.
Het wetsvoorstel heeft betrekking op de ontbinding op eigen initiatief van rechtspersonen zonder baten, ook ‘turboliquidatie’ genoemd. De regeling biedt ruimte aan bestuurders om alle baten die er binnen de rechtspersoon zijn te gelde te maken en met de opbrengst daarvan de schulden zoveel mogelijk af te lossen. Op deze wijze kunnen zij toewerken naar een situatie waarin de rechtspersoon betrekkelijk snel en eenvoudig kan worden beëindigd.
Van de regeling wordt veel gebruik gemaakt. In 2018 is 89% van de opgeheven rechtspersonen beëindigd via turboliquidatie. Turboliquidatie is ook mogelijk als de rechtspersoon op het moment van opheffing geen baten, maar wél schulden heeft. Dat brengt risico’s met zich, omdat malafide ondernemingen hun schuldeisers zonder goede reden en zonder inlichtingen onbetaald achter kunnen laten. Deze schuldeisers hebben na turboliquidatie juridisch noch praktisch een goede mogelijkheid met de rechtspersoon contact op te nemen, omdat deze niet meer bestaat.
In 2019 heeft de Minister voor Rechtsbescherming in een Kamerbrief toegezegd een wetsvoorstel voor te bereiden om de transparantie te vergroten en de informatiepositie van schuldeisers te verbeteren. Met het wetsvoorstel wordt hier invulling aan gegeven.
Slotbalans
Het wetsvoorstel voorziet ten eerste in een verplichting van het bestuur om in geval van turboliquidatie verantwoording af te leggen door een aantal stukken openbaar te maken, zoals een slotbalans en een staat van baten en lasten. Ten tweede beoogt het voorgestelde bestuursverbod malafide ontbindingen zonder baten zoveel mogelijk tegen te gaan.
De regeling bestaat uit twee onderdelen. In Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) wordt een nieuwe regeling ingevoerd die het mogelijk maakt voor het Openbaar Ministerie (OM) om een bestuursverbod te verzoeken als malafide ontbindingen zich voordoen. Daarnaast wordt de bestaande regeling in de Faillissementswet gewijzigd door de ontbinding zonder baten mee te laten tellen in de beoordeling of sprake is van recidive.
Als het bestuur de eerder genoemde verantwoordingsverplichting niet is nagekomen, krijgen schuldeisers een inzagerecht in de bewaarde administratie van de rechtspersoon, dat met machtiging van de kantonrechter kan worden uitgeoefend.
Lees ook: AP: maak lijst van mensen met bestuursverbod niet openbaar