De verkoop van een bedrijfsauto moet niet tot de omzet worden gerekend bij de aanvraag van de subsidie vaste lasten evenementenondernemingen (VLE) in het kader van COVID-19. Dat heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb) beslist. Volgens het College mocht appellante, een kermisexploitant, afgaan op informatie die haar was verstrekt door de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie voor Accountants (NBA).
De NBA had op haar beurt de informatie gekregen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). ‘Gebleken is dat deze informatie afkomstig was van RVO en dat RVO op de hoogte was van publicatie van die informatie. Appellante mocht er daarom vanuit gaan dat die informatie klopte. Verweerder (de minister van Economische Zaken, red.) moet daarom een nieuw besluit nemen en bij de nieuwe berekening de desinvestering buiten beschouwing laten’, aldus het College.
Het CBb acht niet van belang of medewerkers van RVO de toezegging over de desinvestering wel mochten doen. ‘RVO was er (…) van op de hoogte dat deze tekst op de website van de NBA zou worden geplaatst en heeft daar stilzwijgend mee ingestemd. Of de betrokken medewerkers van RVO formeel bevoegd waren om namens verweerder informatie openbaar te laten maken over de toepassing van de TVL, kan in het midden blijven. RVO is door verweerder aangewezen om de TVL uit te voeren.’