De Kamer van Koophandel (KvK) heeft ten onrechte een onderneming uit het Handelsregister uitgeschreven omdat er geen sprake zou zijn van een ‘substantiële onderneming die daadwerkelijk op regelmatige basis aan het economisch verkeer deelneemt’. Volgens het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) zijn er voldoende aanwijzingen dat de onderneming – als eenmanszaak – is voortgezet.
De eiseres in deze zaak vormde samen met haar man een maatschap met als activiteit de teelt van voedergewassen, granen en peulvruchten. Als haar man overlijdt, schrijft ze hem bij het Handelsregister uit als maat.
De KvK wil van de vrouw weten hoe het verder gaat, maar daar reageert ze niet op. Daarop wordt de maatschap uitgeschreven wegens opheffing van de onderneming. Volgens de KvK is er geen sprake meer van ‘een doorlopend bedrijf en regelmatige deelname aan het economisch verkeer’.
Voor eiseres gaat dat allemaal veel te snel: ze stelt dat de bedrijfsactiviteiten met haar zoon en dochter voortzet, en dat ze eerder niet reageerde wegens het overlijden van haar man, haar hoge leeftijd, fysieke gesteldheid en corona. Ze overlegt drie facturen uit 2020, die aantonen dat ze met de verkoop van ‘gras op stam’ €1.575 heeft omgezet, en ze stelt dat er in 2022 €3000 verdiend gaat worden met de verkoop van graan.
Het CBb kiest de zijde van de eiseres. De maatschap is weliswaar terecht doorgehaald, maar de conclusie dat het hele bedrijf heeft opgehouden te bestaan is niet juist. ‘Anders dan verweerster stelt, liggen de activiteiten zoals die blijken uit de facturen wel in de lijn van de in het handelsregister opgenomen bedrijfsomschrijving van de maatschap. Deze activiteiten zijn niet incidenteel van aard. Zo is de grond voor het hele jaar verhuurd. Met de overgelegde facturen heeft appellante aangetoond dat zij in 2020 een zekere omzet heeft behaald’, oordeelt het College.
Dat de omzet laag is, is niet doorslaggevend. ‘Dat dit minder is dan € 10.000 is niet doorslaggevend. Dit bedrag is in de beleidsregel waarop verweerster zich baseert slechts als voorbeeld genoemd en is niet bedoeld als een harde grens.’
Foto: Ana Arantes/Pexels