Selectief citeren, geen hoor en wederhoor toepassen: een onderzoeksrapport van advocatenkantoor Jones Day over twee gevallen van fraude bij een metaalschrootbedrijf kan volgens de rechtbank Gelderland niet door de beugel. ‘Het voorgaande maakt dat de rechtbank (…) vraagtekens zet bij de onafhankelijkheid van het door Jones Day verrichte onderzoek’.
In de zomer van 2018 is een metaalbedrijf slachtoffer geworden van twee georganiseerde gevallen van fraude die vlak na elkaar hebben plaatsgevonden. In de eerste plaats is het bedrijf het slachtoffer geworden van zogenaamde ‘CEO fraude’, waarbij criminele derden er in zijn geslaagd medewerkers van het bedrijf een reeks van onterechte betalingen uit te laten voeren tot bedragen van in totaal bijna $10 mln en €2,6 mln.
Vlak nadat deze CEO fraude was ontdekt, werd bedrijf slachtoffer van een tweede crediteurenfraude. Anders dan bij de CEO fraude is het bedrijf er in geslaagd de gelden die criminele derden hierbij hebben geprobeerd te onttrekken, terug te halen.
De Raad van Commissarissen van het bedrijf geeft advocatenkantoor Jones Day opdracht om nader onderzoek naar de CEO fraude en de crediteurenfraude te verrichten. Jones Day heeft van dit onderzoek een rapport opgemaakt. De uitkomsten van hett onderzoek worden vervolgens als feitencomplex ten grondslag gelegd aan zowel een bestuurdersaansprakelijkheidsprocedure als een ontslagprocedure.
Ontlastende verklaringen ontbreken
De rechtbank stelt echter vast dat het rapport niet voldoende onafhankelijk is, en dat is mede ingegeven door het feit dat de twee procedures door hetzelfde kantoor Jones Day aanhangig zijn gemaakt. Volgens de rechtbank heeft Jones Day selectief geciteerd uit afgenomen verklaringen van werknemers van het metaalbedrijf. ‘Voor gedaagde partij 1 en gedaagde partij 2 ontlastende delen van de verklaringen van betrokkene 1 en betrokkene 4 komen namelijk niet in het rapport terug’, constateert de rechtbank.
Bovendien is er bij het onderzoek door Jones Day geen hoor en wederhoor bij de bestuurders, CEO en CFO, toegepast. ‘Gedaagde partij 1 en gedaagde partij 2 hebben onweersproken aangevoerd zij niet in de gelegenheid gesteld zijn hun visie op de bevindingen in dit rapport te geven. Zeker nu de uitkomsten van dit rapport als feitencomplex aan de vorderingen van eisende partij ten grondslag worden gelegd, hadden gedaagde partij 1 en gedaagde partij 2 hiertoe wel in de gelegenheid moeten worden gesteld’, aldus de rechtbank.
Dit alles maakt dat de rechtbank van oordeel is dat aan het Report of Findings van Jones Day ‘nauwelijks betekenis kan worden toegekend’.