De gemachtigden van beide partijen maken er in een arbeidsrechtelijk geschil een zootje van, aldus de rechtbank Rotterdam in een vandaag gepubliceerde beschikking. De gebruikte termen liegen er niet om: ondeskundig, chaotisch, vaag, onbegrijpelijk en tegenstrijdig.
Het gaat om het ontslag van een ‘trouble shooter’ bij de technische bouwonderneming WTI in Rotterdam. De werknemer wordt wegens ‘onverenigbare standpunten’ over de invulling van de functie de laan uit gestuurd.
De rechter verbaast zich vooral over het gebrek aan kennis van de gemachtigden. De werknemer doet een verzoek waarmee de kantonrechter ‘niet goed uit de voeten kan’, de onderneming laat zich op zijn beurt bijstaan door een ‘niet terzake deskundige’. Hij steekt zijn ergernis niet onder stoelen of banken: ‘Gegeven de chaotische wijze van procederen en de onbegrijpelijke wijze waarop de verzoeken en de vorderingen zijn geformuleerd, ziet de kantonrechter aanleiding de verzoeken en vorderingen als volgt te interpreteren.’
Administratie
Ook de (loon)administratie bij de bouwonderneming deugt van geen kant, aldus de kantonrechter. ‘Uit de stellingen en standpunten van verzoeker is af te leiden dat hij meent dat WTI het fiscaal gezien niet zo nauw nam met de regels en dat er niet correct bruto-netto werd verloond. Dit blijkt onder meer uit het standpunt dat WTI verzoeker niet heeft aangemeld bij de Belastingdienst of loonheffingen heeft afgedragen voor verzoeker, toen verzoeker bij WTI werkte, welk standpunt overigens onvoldoende weersproken is en volgt uit overgelegde verklaringen van de Belastingdienst dat er geen geregistreerd inkomen was van verzoeker in de jaren 2018, 2019 en 2020.’
De werknemer heeft bij gebrek aan correcte informatie over zijn loon ‘zo goed en zo kwaad als het ging’ zelf een bruto/netto-loonberekening gemaakt, en de rechter volgt hem daarin. ‘Het is aan de werkgever, in dit geval WTI, om een deugdelijke salarisadministratie bij te houden, waaruit blijkt hoe er precies verloond wordt. In ieder geval moet uit de salarisadministratie volgen welk bedrag aan loonheffing is ingehouden en moet een netto uitbetaald bedrag logischerwijs af te leiden zijn uit een bruto betaald loonbedrag.’
Voldoende in de gelegenheid
WTI is naar het oordeel van de kantonrechter meer dan voldoende in de gelegenheid geweest om aan te tonen dat het aan verzoeker toekomende salaris op correcte wijze is betaald. Dit heeft zij nagelaten. ‘Eén en ander leidt ertoe dat bij gebrek aan een gemotiveerd verweer in rechte uit zal worden gegaan van de juistheid van het door verzoeker gestelde bedrag aan achterstallig loon van € 13.363,13 netto. De kantonrechter heeft geen enkele aanleiding te veronderstellen dat daarmee te veel zou worden toegewezen.’