Minister Weerwind van Rechtsbescherming heeft de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie naar de Tweede Kamer gestuurd. De transparantie van de turboliquidatie moet groter, de rechtsbescherming van schuldeisers moet worden verbeterd en misbruik moet effectiever worden bestreden, aldus Weerwind.
Het wetsvoorstel heeft betrekking op de ontbinding op eigen initiatief van rechtspersonen zonder baten, ook turboliquidatie genoemd. De regeling biedt ruimte aan bestuurders om alle baten die er binnen de rechtspersoon zijn, te gelde te maken en met de opbrengst daarvan de schulden zoveel mogelijk af te lossen. Op deze wijze kunnen bestuurders toewerken naar een situatie waarin de rechtspersoon snel en eenvoudig kan worden beëindigd.
Er bestaan echter zorgen over misbruik van de ontbinding zonder baten, met name in die gevallen waarin de rechtspersoon ophoudt te bestaan met achterlating van schulden. De huidige regeling leidt ertoe dat een rechtspersoon automatisch wordt beëindigd als deze op het tijdstip van de ontbinding geen baten meer heeft. ‘Dit automatische gevolg kan ertoe leiden dat malafide bestuurders toewerken naar een situatie waarin baten ontbreken op het moment van ontbinding om te bewerkstelligen dat de rechtspersoon ophoudt te bestaan zonder verantwoording te hoeven afleggen’, schrijft Weerwind.
Openbaar maken
Het wetsvoorstel bevat daarom een verplichting voor het bestuur om bij een turboliquidatie een aantal stukken openbaar te maken door deze te deponeren bij de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven, wat hoofdzakelijk om het handelsregister zal gaan. De minister: ‘Dit betreft stukken waarin het bestuur financiële verantwoording aflegt. Als er gronden zijn om te veronderstellen dat de verantwoordingsverplichting niet is nageleefd, dan kunnen schuldeisers met machtiging van de kantonrechter inzage krijgen in de administratie van de ontbonden rechtspersoon.’
In het geval waarbij schulden achterblijven, maakt dit wetsvoorstel het daarnaast mogelijk om bestuurders langs civielrechtelijke weg een bestuursverbod op te leggen, namelijk als zij niet aan de voorgestelde deponeringsverplichting hebben voldaan, in aanloop naar de ontbinding doelbewust één of meer schuldeisers aanmerkelijk hebben benadeeld, of herhaaldelijk betrokken zijn geweest bij een ontbinding zonder baten met achterlating van schulden of bij een faillissement en hen daarvan een persoonlijk verwijt treft.
COVID
De verbetering heeft urgentie gekregen door een ‘verwachte toename van het gebruik van de regeling op korte termijn’. ‘Er zijn signalen dat een aanzienlijk aantal ondernemers, mede als gevolg van de economische gevolgen van de COVID-19 uitbraak, alsnog gebruik zullen maken van deze beëindigingswijze. Door de COVID-19 uitbraak zijn veel ondernemers lange tijd ‒ in meer of mindere mate ‒ belemmerd in hun bedrijfsvoering. Ondanks de uitgevaardigde financiële steun- en herstelpakketten zijn veel ondernemers ingeteerd op hun reserves en/of hebben betalingsachterstanden opgelopen, aldus Weerwind.