Minister Franc Weerwind voor Rechtsbescherming gaat een expertgroep van praktijkjuristen en wetenschappers vragen de modernisering van het nv-recht te onderzoeken, waarbij ook wordt gekeken naar ‘het beperken van financiële prikkels voor bestuurders bij overnames’. Dat schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer.
In de Kamerbrief informeert Weerwind de Tweede Kamer over de voortgang van de modernisering van het ondernemingsrecht. Daarbij wordt onder meer gekeken naar ‘het beperken van financiële prikkels voor bestuurders bij overnames’, en de vraag of er behoefte is aan een regeling over loyaliteitsaandelen. Tevens wordt gekeken naar de mogelijkheid om enkele technische onvolkomenheden op het terrein van het jaarrekeningenrecht weg te nemen, schrijft Weerwind.
De minister gaat ook de personenvennootschappen onder de loep nemen. ‘Voor onder meer startups, beroepsbeoefenaren en het MKB zijn de rechtsvorm van maatschap, vennootschap onder firma (VOF) en de commanditaire vennootschap laagdrempelig en veelgebruikt. De huidige regeling dateert grotendeels uit de 19e eeuw en voldoet niet meer aan de behoefte in de praktijk door de maatschappelijke ontwikkelingen.’
Verder bevat de huidige regeling volgens de bewindsman de nodige onduidelijkheden en is het wettelijk kader weinig toegankelijk voor de praktijk. ‘Daarom is het nodig om te komen tot een nieuw en modern wettelijk kader voor personenvennootschappen.’
Digitaal vergaderen
Tot slot gaat Weerwind kijken naar het aan het permanent mogelijk maken van digitaal vergaderen, in aanvulling op de mogelijkheden tot digitaal vergaderen die de Tijdelijke wet covid-19 Justitie en Veiligheid momenteel biedt. ‘Zowel de grote multinational die een onderneming drijft in de vorm van een NV, als de MKB-er met zijn eigen BV, als een Vereniging van Eigenaars (VvE), als een lokale sportvereniging kan baat hebben bij een digitale vergadering. Het digitaal vergaderen kan vanwege de laagdrempeligheid gemakkelijker worden georganiseerd en ervoor zorgen dat de aandeelhouders respectievelijk de leden beter betrokken worden bij de organisatie.’
