Op 20 december heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel voor de Wet bescherming klokkenluiders aangenomen. De afdeling onderzoek van het Huis voor klokkenluiders krijgt als gevolg hiervan de bevoegdheid om via het bestuursrecht sancties op te leggen aan werkgevers. Hierbij kan – afhankelijk van de aard van de overtreding en de gevolgen – gekozen worden voor een herstelsanctie of een bestraffende sanctie.
Het Huis voor klokkenluiders mag bestuursrechtelijke sancties opleggen wanneer de werkgever zich niet goed gedraagt richting de melder, geen opvolging geeft aan de aanbevelingen van de afdeling onderzoek of geen goed intern meldkanaal heeft ingericht. De handhavingsmogelijkheid zal verder worden uitgewerkt in een Algemene Maatregel van Bestuur.
In de oorspronkelijke wettekst was de bepaling opgenomen dat een bevoegde autoriteit een melding van een melder doorzet naar een andere bevoegde autoriteit wanneer de melder bij de verkeerde bevoegde autoriteit heeft gemeld. Als gevolg van een aangenomen amendement mag de bevoegde autoriteiten dit alleen met toestemming van de melder doen.
Werkgevers worden verplicht om in de meldregeling op te nemen via welke aangewezen onafhankelijke functionarissen een melder anoniem kan melden, en wie opvolging kan geven aan die anonieme melding. In de toelichting is aangegeven dat deze onafhankelijke functionaris moet beschikken over een gecertificeerde opleiding, een eed moet hebben afgelegd en los moet staan van de instantie waar de melder werkzaam is. Daarbij kan worden gedacht aan een advocaat.
Evaluatie
De evaluatie van de wet wordt eens in de drie jaar uitgevoerd. Op 17 januari 2023 zal de Commissie voor Binnenlandse Zaken van de Eerste Kamer het wetsvoorstel behandelen. Daarna wordt het voorstel aangemeld voor plenaire behandeling in de Eerste Kamer. Mogelijk treedt de wet medio 2023 in werking.
Foto: Tatlin/Pixabay