LEGALE ZAKEN

Zakelijk nieuws / Juridisch perspectief

Thema

Onderneming:

Yu Lian de Bakker van PVH Europe: ‘Het is te kort door de bocht om je direct op force majeur te beroepen’

Onaangekondigd staan ze één dag voor haar verjaardag bij haar op de stoep. Het is de eerste keer dat het team bij elkaar komt sinds de uitbraak van de corona-pandemie. ‘Ze wisten hoe erg ik het vond om jarig te zijn.’ Het was een ‘kroonjaar’ en daar keek ze niet naar uit: ‘Het feit dat ze mijn verjaardag aangrepen om samen te komen en dat moment te vieren, was vol lading. Wat hebben wij een band samen!’

Yu Lian de Bakker is general counsel bij PVH Europe. Het Europese hoofdkantoor van het kledingbedrijf, bekend van merken als Tommy Hilfiger en Calvin Klein, heeft haar thuisbasis aan het IJ in Amsterdam. De tijd dat het 25-koppige team daar dagelijks samenkomt lijkt inmiddels ver achter hen te liggen. Ze werken al maanden thuis. De Bakker vertelt dat ze het ‘knetterdruk’ heeft gehad: ‘Er is altijd wel iets. Als er dingen spelen, moet dat direct worden opgelost. Dan moet alles daarvoor wijken.’

De coronacrisis hakt erin bij het modeconcern, dat vorig jaar nog €9,9 mrd aan omzet op de teller had staan. Het beursgenoteerde Amerikaanse moederbedrijf, PVH Corp., bericht in juni dat de omzet in het eerste kwartaal 43 procent lager uitvalt dan het jaar daarvoor. De omzetdaling noopt het bedrijf tot het nemen van harde maatregelen.

Force majeur

Ook bij dochter PVH Europe is de impact van de coronacrisis goed voelbaar. Zo moesten onder meer bijna alle winkels voor lange tijd hun deuren sluiten. De Bakker: ‘Er zijn zoveel processen die geraakt worden. Nog voor de lockdown zijn we gaan kijken wat de impact op onze business zou zijn. We hadden in onze contracten voorzien in force majeur en onvoorziene omstandigheden, maar hoe ga je daar dan mee om?’

Er waren miljoenencontracten waarbij ze zich op force majeur hadden kunnen beroepen volgens De Bakker, maar dat niet deden: ‘Je leest nu over merken die rucksichtslos het probleem naar de fabrieken schuiven. Dat doen wij niet. Je moet oog houden voor de lange termijn-relatie.’ Soms is het ook andersom: ‘We zitten in de keten met meerdere petten op. De ene keer zijn we afnemer, dan weer leverancier. In al die dialogen moet je toch tot een compromis komen. Het is te kort door de bocht om je dan direct op force majeur te beroepen.’

‘Een interessant zijeffect van de coronacrisis is dat het er ook toe dwingt om anders naar ons business model te kijken.’ Ze noemt als voorbeeld de fashion week – ‘een groot circus’ – dat dit jaar deels digitaal zal plaatsvinden, waarbij door sommige modebedrijven al de eerste virtuele fotomodellen zullen worden gebruikt, in plaats van modellen die van de andere kant van de wereld komen gevlogen. ‘De coronacrisis brengt een digitale versnelling in de modewereld teweeg. We worden steeds meer een fashion tech-company en daar komen nieuwe juridische aspecten bij kijken. Je hebt dan bijvoorbeeld ook heel ander soort contracten nodig’, aldus De Bakker.

Tommy-mondkapjes

Een andere belangrijke discussie binnen het modebedrijf tijdens corona: mondkapjes. Of ze gedragen moeten worden, maar ook wat ze te doen staat in de strijd tegen namaak mondkapjes, overal te koop, ook met het Tommy Hilfiger-logo erop. ‘Een groeiend probleem’, aldus De Bakker. ‘Kopers zijn zich er vaak niet van bewust dat het nep is, omdat het plaatje echt lijkt. Je wilt natuurlijk niet dat er onveilige Tommy-mondkapjes worden verkocht.’

Haar team probeert namaak te bestrijden, maar dat is niet eenvoudig. ‘Je wilt weten wie erachter zit. Om dat te weten te komen hebben we data nodig. We hebben al twee procedures gewonnen van Facebook om die data te kunnen krijgen. We vinden het de verantwoordelijkheid van Facebook om hierin meer samen te werken met ons.’ Een korte zoektocht op Google wijst uit dat het probleem niet verdwenen is: Tommy-mondkapjes zijn overal te koop, terwijl het bedrijf ze zelf nog niet eens in de winkels heeft liggen.

Uurtje-factuurtje

Door de coronacrisis wordt ook extra gelet op kosten, vertelt de Bakker. Vorig jaar zomer werd via een nieuw e-billing systeem inzichtelijk gemaakt hoeveel geld aan advocatenkantoren, in binnen- en buitenland, wordt uitgegeven. ‘Door de vroegtijdige implementatie van dat systeem kunnen we nu veel beter zien waar ons geld heen gaat en wat onze return-on-investment is. Een gouden greep’, aldus De Bakker.‘Dat zet je aan het denken over de vraag met welke advocatenkantoren we nu toch weer eens om tafel moeten gaan zitten’

‘Dat zet je aan het denken over de vraag met welke advocatenkantoren we nu toch weer eens om tafel moeten gaan zitten.’ Daarbij wordt door PVH gekeken naar kwaliteit – ‘in sommige rechtsgebieden wil je gewoon investeren’ – maar ook naar fee structuren. ‘Uurtje-factuurtje, dat is een beetje achterhaald.’

Ze noemt het boek Data & Dialogue van Jaap Bosman, dat haar aan het denken zette: ‘In dat boek wordt gepredikt dat juist het tijd-consumerende repetitieve werk laaggeprijsd zou moeten worden, en niet met de methode van uurtje-factuurtje. Dat is waar advocatenkantoren nu op binnenlopen. Dat werk ligt al op de plank: ergens voelt dat niet goed. Juist high-value werk, waar soms maar twee telefoontjes voor nodig zijn om een briljante structuur te bedenken, dáár kan meer voor gevraagd worden.’

Windowdressing

Naast de fee-structuren, wordt bij de keuze voor een advocatenkantoor ook gekeken naar diversiteit, zoals het aantal vrouwen aan de top, maar zegt De Bakker: ‘Je moet wel zorgen dat je appels met appels vergelijkt. Sommige advocatenkantoren hebben zoveel percentage vrouwen, maar dat blijken dan toch salary partners te zijn. Dat is simpelweg windowdressing, daar moet je doorheen kunnen kijken.’

Ook duurzaamheid speelt een rol bij de keuze voor een advocatenkantoor, maar zegt ze: ‘Het is nog niet verankerd in de manier waarop bedrijven naar hun advocatenkantoren kijken. Er zijn stappen te maken, ook als bedrijfsjuridische afdelingen samen. Je zou bijna een front moeten vormen.’

Fruitschalen

‘Als general counsel moet je rustig blijven en hoofd- en bijzaken kunnen scheiden. Je moet niet aan paniekvoetbal doen, oplossingsgericht zijn en de taal van de business spreken. Ook moet je accepteren dat je niet altijd alles af kunt hebben of zelf kunt doen, want dan loop je jezelf voorbij. Het palet zit niet alleen op mijn schouders, ik doe dit samen met het team, ik ben maar één schakel in de ketting.’

De vrije tijd die ze heeft – ‘weinig’ – is ze graag creatief bezig: ‘Ik schilder en ik wilde vroeger interieur-designer worden.’ Op de vraag wat ze dan maakt zegt ze: ‘Niet tuttig, wel figuratief.’ Geen fruitschalen, antwoordt ze lachend. Het schilderen maakt haar hoofd leeg, maar zegt ze erbij: ‘Ik doe het veel te weinig’.

Ook gaat er veel tijd naar haar dochters, ‘drie dames’: ‘Omdat het meisjes zijn, wil ik een rolmodel zijn voor hen. Ik leer ze dat je je talenten moet benutten, er wat van moet maken en onafhankelijk moet zijn. Dat zijn belangrijke waarden.’

‘Handhaving bij wetsvoorstel duurzaam internationaal ondernemen is te onduidelijk’

‘Maak beter duidelijk waarom naast het opleggen van bestuurlijke boetes, het ook nodig is om strafrechtelijk te handhaven om schendingen van mensenrechten en vervuiling van het milieu bij Nederlandse internationale ondernemingen tegen te gaan.’ Dat stelt de Raad voor de rechtspraak in een vandaag gepubliceerd wetgevingsadvies over het initiatiefwetsvoorstel duurzaam en verantwoord

Lees Verder >

Eerdere Berichten

Delen:

Twitter
LinkedIn
Email

Overzicht pagina:

Thema

Onderneming:

Yu Lian de Bakker van PVH Europe: ‘Het is te kort door de bocht om je direct op force majeur te beroepen’

Onaangekondigd staan ze één dag voor haar verjaardag bij haar op de stoep. Het is de eerste keer dat het team bij elkaar komt sinds de uitbraak van de corona-pandemie. ‘Ze wisten hoe erg ik het vond om jarig te zijn.’ Het was een ‘kroonjaar’ en daar keek ze niet naar uit: ‘Het feit dat ze mijn verjaardag aangrepen om samen te komen en dat moment te vieren, was vol lading. Wat hebben wij een band samen!’

Yu Lian de Bakker is general counsel bij PVH Europe. Het Europese hoofdkantoor van het kledingbedrijf, bekend van merken als Tommy Hilfiger en Calvin Klein, heeft haar thuisbasis aan het IJ in Amsterdam. De tijd dat het 25-koppige team daar dagelijks samenkomt lijkt inmiddels ver achter hen te liggen. Ze werken al maanden thuis. De Bakker vertelt dat ze het ‘knetterdruk’ heeft gehad: ‘Er is altijd wel iets. Als er dingen spelen, moet dat direct worden opgelost. Dan moet alles daarvoor wijken.’

De coronacrisis hakt erin bij het modeconcern, dat vorig jaar nog €9,9 mrd aan omzet op de teller had staan. Het beursgenoteerde Amerikaanse moederbedrijf, PVH Corp., bericht in juni dat de omzet in het eerste kwartaal 43 procent lager uitvalt dan het jaar daarvoor. De omzetdaling noopt het bedrijf tot het nemen van harde maatregelen.

Force majeur

Ook bij dochter PVH Europe is de impact van de coronacrisis goed voelbaar. Zo moesten onder meer bijna alle winkels voor lange tijd hun deuren sluiten. De Bakker: ‘Er zijn zoveel processen die geraakt worden. Nog voor de lockdown zijn we gaan kijken wat de impact op onze business zou zijn. We hadden in onze contracten voorzien in force majeur en onvoorziene omstandigheden, maar hoe ga je daar dan mee om?’

Er waren miljoenencontracten waarbij ze zich op force majeur hadden kunnen beroepen volgens De Bakker, maar dat niet deden: ‘Je leest nu over merken die rucksichtslos het probleem naar de fabrieken schuiven. Dat doen wij niet. Je moet oog houden voor de lange termijn-relatie.’ Soms is het ook andersom: ‘We zitten in de keten met meerdere petten op. De ene keer zijn we afnemer, dan weer leverancier. In al die dialogen moet je toch tot een compromis komen. Het is te kort door de bocht om je dan direct op force majeur te beroepen.’

‘Een interessant zijeffect van de coronacrisis is dat het er ook toe dwingt om anders naar ons business model te kijken.’ Ze noemt als voorbeeld de fashion week – ‘een groot circus’ – dat dit jaar deels digitaal zal plaatsvinden, waarbij door sommige modebedrijven al de eerste virtuele fotomodellen zullen worden gebruikt, in plaats van modellen die van de andere kant van de wereld komen gevlogen. ‘De coronacrisis brengt een digitale versnelling in de modewereld teweeg. We worden steeds meer een fashion tech-company en daar komen nieuwe juridische aspecten bij kijken. Je hebt dan bijvoorbeeld ook heel ander soort contracten nodig’, aldus De Bakker.

Tommy-mondkapjes

Een andere belangrijke discussie binnen het modebedrijf tijdens corona: mondkapjes. Of ze gedragen moeten worden, maar ook wat ze te doen staat in de strijd tegen namaak mondkapjes, overal te koop, ook met het Tommy Hilfiger-logo erop. ‘Een groeiend probleem’, aldus De Bakker. ‘Kopers zijn zich er vaak niet van bewust dat het nep is, omdat het plaatje echt lijkt. Je wilt natuurlijk niet dat er onveilige Tommy-mondkapjes worden verkocht.’

Haar team probeert namaak te bestrijden, maar dat is niet eenvoudig. ‘Je wilt weten wie erachter zit. Om dat te weten te komen hebben we data nodig. We hebben al twee procedures gewonnen van Facebook om die data te kunnen krijgen. We vinden het de verantwoordelijkheid van Facebook om hierin meer samen te werken met ons.’ Een korte zoektocht op Google wijst uit dat het probleem niet verdwenen is: Tommy-mondkapjes zijn overal te koop, terwijl het bedrijf ze zelf nog niet eens in de winkels heeft liggen.

Uurtje-factuurtje

Door de coronacrisis wordt ook extra gelet op kosten, vertelt de Bakker. Vorig jaar zomer werd via een nieuw e-billing systeem inzichtelijk gemaakt hoeveel geld aan advocatenkantoren, in binnen- en buitenland, wordt uitgegeven. ‘Door de vroegtijdige implementatie van dat systeem kunnen we nu veel beter zien waar ons geld heen gaat en wat onze return-on-investment is. Een gouden greep’, aldus De Bakker.‘Dat zet je aan het denken over de vraag met welke advocatenkantoren we nu toch weer eens om tafel moeten gaan zitten’

‘Dat zet je aan het denken over de vraag met welke advocatenkantoren we nu toch weer eens om tafel moeten gaan zitten.’ Daarbij wordt door PVH gekeken naar kwaliteit – ‘in sommige rechtsgebieden wil je gewoon investeren’ – maar ook naar fee structuren. ‘Uurtje-factuurtje, dat is een beetje achterhaald.’

Ze noemt het boek Data & Dialogue van Jaap Bosman, dat haar aan het denken zette: ‘In dat boek wordt gepredikt dat juist het tijd-consumerende repetitieve werk laaggeprijsd zou moeten worden, en niet met de methode van uurtje-factuurtje. Dat is waar advocatenkantoren nu op binnenlopen. Dat werk ligt al op de plank: ergens voelt dat niet goed. Juist high-value werk, waar soms maar twee telefoontjes voor nodig zijn om een briljante structuur te bedenken, dáár kan meer voor gevraagd worden.’

Windowdressing

Naast de fee-structuren, wordt bij de keuze voor een advocatenkantoor ook gekeken naar diversiteit, zoals het aantal vrouwen aan de top, maar zegt De Bakker: ‘Je moet wel zorgen dat je appels met appels vergelijkt. Sommige advocatenkantoren hebben zoveel percentage vrouwen, maar dat blijken dan toch salary partners te zijn. Dat is simpelweg windowdressing, daar moet je doorheen kunnen kijken.’

Ook duurzaamheid speelt een rol bij de keuze voor een advocatenkantoor, maar zegt ze: ‘Het is nog niet verankerd in de manier waarop bedrijven naar hun advocatenkantoren kijken. Er zijn stappen te maken, ook als bedrijfsjuridische afdelingen samen. Je zou bijna een front moeten vormen.’

Fruitschalen

‘Als general counsel moet je rustig blijven en hoofd- en bijzaken kunnen scheiden. Je moet niet aan paniekvoetbal doen, oplossingsgericht zijn en de taal van de business spreken. Ook moet je accepteren dat je niet altijd alles af kunt hebben of zelf kunt doen, want dan loop je jezelf voorbij. Het palet zit niet alleen op mijn schouders, ik doe dit samen met het team, ik ben maar één schakel in de ketting.’

De vrije tijd die ze heeft – ‘weinig’ – is ze graag creatief bezig: ‘Ik schilder en ik wilde vroeger interieur-designer worden.’ Op de vraag wat ze dan maakt zegt ze: ‘Niet tuttig, wel figuratief.’ Geen fruitschalen, antwoordt ze lachend. Het schilderen maakt haar hoofd leeg, maar zegt ze erbij: ‘Ik doe het veel te weinig’.

Ook gaat er veel tijd naar haar dochters, ‘drie dames’: ‘Omdat het meisjes zijn, wil ik een rolmodel zijn voor hen. Ik leer ze dat je je talenten moet benutten, er wat van moet maken en onafhankelijk moet zijn. Dat zijn belangrijke waarden.’

Eerdere Berichten

Delen:

Twitter
LinkedIn
Email

Overzicht pagina:

Privacy Cookies

Leuk dat u er bent. Nog even dit:

LEGALE ZAKEN maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te analyseren, om het mogelijk te maken content via social media te delen. Deze cookies worden ook geplaatst door derden. Wij gaan zorgvuldig met uw privégegevens om. Klik op ‘lees verder’ voor uitgebreide informatie.

Door deze melding weg te klikken of gebruik te blijven maken van deze site stemt u hiermee in. 

Privacy Cookies

Leuk dat u er bent. Nog even dit:

LEGALE ZAKEN maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te analyseren, om het mogelijk te maken content via social media te delen. Deze cookies worden ook geplaatst door derden. Wij gaan zorgvuldig met uw privégegevens om. Klik op ‘lees verder’ voor uitgebreide informatie.

Door deze melding weg te klikken of gebruik te blijven maken van deze site stemt u hiermee in.