LEGALE ZAKEN

Zakelijk nieuws / Juridisch perspectief

Interviews:

Q&A

Cliënt en juridisch adviseur : ‘Nee, we gingen niet twijfelen aan de advocaat’

De jurist met een vaste contactpersoon bij een bedrijf of organisatie: vaak kennen ze elkaar al jaren. Hoe werken ze samen? Wat gooien ze over de schutting? Gemeentedirecteur Jan Brugman (RijswijkBuiten en Industrieschap Plaspoelpolder) en bestuursrechtadvocaat Willem Van der Werf (foto, Van der Feltz advocaten) werken al jaren aan gebiedsontwikkeling in Rijswijk.

Brugman: ‘Gebiedsontwikkeling betekent: onzekerheden accepteren. Je hebt een plan waarmee je aan de gang gaat, en dan kom je altijd dingen tegen die je niet hebt voorzien. Als een soort verbindingsofficier probeer ik de belangen van markt en overheid bij elkaar te brengen. En dan roert ook de samenleving zich nog eens. RijswijkBuiten is een heel groot woningbouwproject, zeker voor Rijswijkse begrippen. Tussen 2013 en 2026 worden er 3500 woningen gebouwd, is de planning. Het wordt een van de duurzaamste wijken van deze omvang in Nederland. Maar de weg ernaartoe ging bepaald niet zonder slag of stoot.’

Van der Werf: ‘In het begin was mijn rol meer op de achtergrond. Ik fungeerde als klankbord, als er stukken kwamen van een andere overheid of bijvoorbeeld van een multinational die met een grote fabriek direct naast dat gebied zit.’

Brugman: ‘De provincie Zuid-Holland was in de aanloop nogal kritisch. En om het project gerealiseerd te krijgen moet je met bestemmingsplannen aan de gang, en die werden aangevochten. Zo had de fabriek zorgen over wat het project betekende voor haar bedrijfsvoering. Daarbij was Willem adviseur – we kennen elkaar al meer dan vijftien jaar.’

Meteen duiden

Van der Werf: ‘We hadden al een vertrouwensrelatie toen de gemeente Rijswijk in 2006 volgde. Van der Feltz en ik begonnen ons eigen kantoor in Den Haag. Wij hadden meteen een belangrijke cliënt in de buurt. Als het nodig is pak je de telefoon en rijd je er snel naar toe. Soms is het heel lang stil, en soms moet je snel schakelen. En als je elkaar al heel lang kent, kun je zaken meteen goed duiden en oppakken. We zijn trouwens beiden trouwambtenaar in onze vrije tijd, en gingen wel eens bij elkaar kijken hoe de ander dat deed.’

Brugman: ‘Juridisch moeten we natuurlijk correct handelen, maar daarbinnen prikkel ik Willem om de grens op te zoeken van wat juridisch houdbaar en verantwoord is. Niet elke dag, maar soms is dat noodzakelijk. Prettig aan Willem is dat hij meedenkt. Hij begrijpt dat wij draagvlak nodig hebben en zoekt als adviseur in onze richting de grenzen op.’

Van der Werf: ‘We hebben langdurige procedures gehad over bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen, bouwvergunningen. Dat was met lokale spelers, die moesten wijken of die dit project naast hun deur kregen. We moesten eenmaal een flinke tegenslag verwerken toen de Raad van State de voorlopige voorziening toewees die de multinational had aangevraagd. Het bestemmingsplan werd geschorst en de planontwikkeling lag een hele tijd stil.’

Brugman: ‘Dat heeft toen dik anderhalf jaar geduurd. In de hoogtijdagen van de afzet, een jaar of drie geleden, werden we daar niet vrolijk van. En met wat dat doet met de marktpartijen… Je denkt: ik wil door, we zitten nu in de gouden tijd, dan valt zoiets wel rauw op je dak. Maar dan moet je elkaar blijven vasthouden.’

Schuldvraag

Van der Werf: ‘We waren teleurgesteld over die uitspraak, die de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak volgens ons wel erg makkelijk had opgeschreven. De gemeente zat met hele grote belangen, met doorlooptijden en financiële afspraken. Het was een teleurstelling voor de hele organisatie. En ik kan me de bespreking met de wethouder over de uitspraak nog goed herinneren – het was ook nog net op mijn verjaardag. Later hebben we het met een Powerpoint-presentatie uitgelegd aan het gemeentebestuur en de ontwikkelaars.’

Brugman: ‘Je weet dat aan dit soort zaken altijd twee kanten zitten. Die tussenuitspraak ging over technische gegevens en nader onderzoek op het gebied van veiligheid. De Raad van State wilde eerst een paar dingen uitgezocht hebben. Nee, we gingen niet twijfelen aan de advocaat, de schuldvraag was niet aan de orde. In de einduitspraak kregen we ook op alle punten voor honderd procent gelijk en konden we doorgaan. Maar aanvankelijk ontstaan er dan politiek gezien veel vragen, daar moet je transparant mee omgaan. Je moet dan geen trucs toepassen. Je moet niet denken: laat ik het maar niet helemáál vertellen.’

Menselijke maat

Van der Werf: ‘Dat heb ik wel geleerd van Jan, dat je ook bij de gebiedsontwikkeling oog houdt voor de menselijke maat. En dan die gevoeligheid voor de politiek-bestuurlijke context waarin de gemeente opereert: hoe leg je het uit aan de wethouder, wat is zijn positie? Hoe staat de gemeenteraad er in? Je kunt dan wel denken dat je eenvoudig moet gaan voor het belang van de gemeente, maar soms werkt het niet zo. Dan moet je je juridische inschatting loslaten, gezien de bestuurlijke realiteit van bijvoorbeeld de raad of de wethouder. Dat heeft veel bijgedragen aan mijn vorming als advocaat van een overheid.’

Juridicum Vitae: Erasmina Danso-Boadi

Erasmina Danso, zelfstandig advocaat bij Haagsche Meesters, startte haar carrière bij het UWV op de afdeling bezwaar en beroep. Na kansen te hebben gemist die voor anderen vanzelfsprekend zijn, koos ze voor het zelfstandig ondernemerschap. ‘Bi-culturele studenten sluiten zich meestal – onder andere door tijdgebrek – niet aan bij studentenverenigingen.

Lees Verder >

Eerdere Interviews

Juridicum Vitae: Bram Reinke

Als legal counsel bij het dynamische Panattoni Europe focust Bram Reinke op vastgoed en internationaal ondernemingsrecht. De eerste vier jaar van zijn carrière was hij

Lees Verder >

Delen:

Twitter
LinkedIn
Email

Overzicht pagina:

Thema

Interview:

Cliënt en juridisch adviseur : ‘Nee, we gingen niet twijfelen aan de advocaat’

De jurist met een vaste contactpersoon bij een bedrijf of organisatie: vaak kennen ze elkaar al jaren. Hoe werken ze samen? Wat gooien ze over de schutting? Gemeentedirecteur Jan Brugman (RijswijkBuiten en Industrieschap Plaspoelpolder) en bestuursrechtadvocaat Willem Van der Werf (foto, Van der Feltz advocaten) werken al jaren aan gebiedsontwikkeling in Rijswijk.

Brugman: ‘Gebiedsontwikkeling betekent: onzekerheden accepteren. Je hebt een plan waarmee je aan de gang gaat, en dan kom je altijd dingen tegen die je niet hebt voorzien. Als een soort verbindingsofficier probeer ik de belangen van markt en overheid bij elkaar te brengen. En dan roert ook de samenleving zich nog eens. RijswijkBuiten is een heel groot woningbouwproject, zeker voor Rijswijkse begrippen. Tussen 2013 en 2026 worden er 3500 woningen gebouwd, is de planning. Het wordt een van de duurzaamste wijken van deze omvang in Nederland. Maar de weg ernaartoe ging bepaald niet zonder slag of stoot.’

Van der Werf: ‘In het begin was mijn rol meer op de achtergrond. Ik fungeerde als klankbord, als er stukken kwamen van een andere overheid of bijvoorbeeld van een multinational die met een grote fabriek direct naast dat gebied zit.’

Brugman: ‘De provincie Zuid-Holland was in de aanloop nogal kritisch. En om het project gerealiseerd te krijgen moet je met bestemmingsplannen aan de gang, en die werden aangevochten. Zo had de fabriek zorgen over wat het project betekende voor haar bedrijfsvoering. Daarbij was Willem adviseur – we kennen elkaar al meer dan vijftien jaar.’

Meteen duiden

Van der Werf: ‘We hadden al een vertrouwensrelatie toen de gemeente Rijswijk in 2006 volgde. Van der Feltz en ik begonnen ons eigen kantoor in Den Haag. Wij hadden meteen een belangrijke cliënt in de buurt. Als het nodig is pak je de telefoon en rijd je er snel naar toe. Soms is het heel lang stil, en soms moet je snel schakelen. En als je elkaar al heel lang kent, kun je zaken meteen goed duiden en oppakken. We zijn trouwens beiden trouwambtenaar in onze vrije tijd, en gingen wel eens bij elkaar kijken hoe de ander dat deed.’

Brugman: ‘Juridisch moeten we natuurlijk correct handelen, maar daarbinnen prikkel ik Willem om de grens op te zoeken van wat juridisch houdbaar en verantwoord is. Niet elke dag, maar soms is dat noodzakelijk. Prettig aan Willem is dat hij meedenkt. Hij begrijpt dat wij draagvlak nodig hebben en zoekt als adviseur in onze richting de grenzen op.’

Van der Werf: ‘We hebben langdurige procedures gehad over bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen, bouwvergunningen. Dat was met lokale spelers, die moesten wijken of die dit project naast hun deur kregen. We moesten eenmaal een flinke tegenslag verwerken toen de Raad van State de voorlopige voorziening toewees die de multinational had aangevraagd. Het bestemmingsplan werd geschorst en de planontwikkeling lag een hele tijd stil.’

Brugman: ‘Dat heeft toen dik anderhalf jaar geduurd. In de hoogtijdagen van de afzet, een jaar of drie geleden, werden we daar niet vrolijk van. En met wat dat doet met de marktpartijen… Je denkt: ik wil door, we zitten nu in de gouden tijd, dan valt zoiets wel rauw op je dak. Maar dan moet je elkaar blijven vasthouden.’

Schuldvraag

Van der Werf: ‘We waren teleurgesteld over die uitspraak, die de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak volgens ons wel erg makkelijk had opgeschreven. De gemeente zat met hele grote belangen, met doorlooptijden en financiële afspraken. Het was een teleurstelling voor de hele organisatie. En ik kan me de bespreking met de wethouder over de uitspraak nog goed herinneren – het was ook nog net op mijn verjaardag. Later hebben we het met een Powerpoint-presentatie uitgelegd aan het gemeentebestuur en de ontwikkelaars.’

Brugman: ‘Je weet dat aan dit soort zaken altijd twee kanten zitten. Die tussenuitspraak ging over technische gegevens en nader onderzoek op het gebied van veiligheid. De Raad van State wilde eerst een paar dingen uitgezocht hebben. Nee, we gingen niet twijfelen aan de advocaat, de schuldvraag was niet aan de orde. In de einduitspraak kregen we ook op alle punten voor honderd procent gelijk en konden we doorgaan. Maar aanvankelijk ontstaan er dan politiek gezien veel vragen, daar moet je transparant mee omgaan. Je moet dan geen trucs toepassen. Je moet niet denken: laat ik het maar niet helemáál vertellen.’

Menselijke maat

Van der Werf: ‘Dat heb ik wel geleerd van Jan, dat je ook bij de gebiedsontwikkeling oog houdt voor de menselijke maat. En dan die gevoeligheid voor de politiek-bestuurlijke context waarin de gemeente opereert: hoe leg je het uit aan de wethouder, wat is zijn positie? Hoe staat de gemeenteraad er in? Je kunt dan wel denken dat je eenvoudig moet gaan voor het belang van de gemeente, maar soms werkt het niet zo. Dan moet je je juridische inschatting loslaten, gezien de bestuurlijke realiteit van bijvoorbeeld de raad of de wethouder. Dat heeft veel bijgedragen aan mijn vorming als advocaat van een overheid.’

Eerdere Berichten

Juridicum Vitae: Bram Reinke

Als legal counsel bij het dynamische Panattoni Europe focust Bram Reinke op vastgoed en internationaal ondernemingsrecht. De eerste vier jaar van zijn carrière was hij

Lees Verder >

Delen:

Twitter
LinkedIn
Email

Overzicht pagina:

Privacy Cookies

Leuk dat u er bent. Nog even dit:

LEGALE ZAKEN maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te analyseren, om het mogelijk te maken content via social media te delen. Deze cookies worden ook geplaatst door derden. Wij gaan zorgvuldig met uw privégegevens om. Klik op ‘lees verder’ voor uitgebreide informatie.

Door deze melding weg te klikken of gebruik te blijven maken van deze site stemt u hiermee in. 

Privacy Cookies

Leuk dat u er bent. Nog even dit:

LEGALE ZAKEN maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te analyseren, om het mogelijk te maken content via social media te delen. Deze cookies worden ook geplaatst door derden. Wij gaan zorgvuldig met uw privégegevens om. Klik op ‘lees verder’ voor uitgebreide informatie.

Door deze melding weg te klikken of gebruik te blijven maken van deze site stemt u hiermee in.