LEGALE ZAKEN

Zakelijk nieuws / Juridisch perspectief

Thema

Fraude:

Haken en ogen aan de strafbeschikking

Zeker voor ondernemers brengt het zijn van verdachte in een strafrechtelijk onderzoek in de regel veel bijkomende negatieve effecten met zich. Denk aan media aandacht, gevolgd door vragen van banken of het opzeggen van de relatie of andere dienstverleners die hun eigen reputatie beschermen. Rechtszaken zijn vaak lange trajecten. Het gaat in het geval van fraudezaken vaak om vele jaren voordat er een onherroepelijke rechterlijke beslissing is. Soms gaat het sneller via een strafbeschikking. Maar wees alert.

Niet elke zaak hoeft via de rechter te worden afgedaan. Het Openbaar Ministerie kan er voor kiezen een zaak na het strafrechtelijk onderzoek te seponeren, er kan een transactie worden aangeboden of een strafbeschikking worden opgelegd. Maar wat zijn de gevolgen daarvan?

Het Openbaar Ministerie kan na het strafrechtelijk onderzoek bepalen of het de zaak stopt – en dus seponeert – of dat een dagvaarding wordt uitgebracht om de zaak in het openbaar voor de rechter te behandelen. Maar er zijn ook andere mogelijkheden om de zaak af te doen zonder rechterlijke tussenkomst, namelijk afdoening via de transactie en of via de strafbeschikking.

Een transactie houdt in dat verdere vervolging wordt voorkomen door het voldoen aan voorwaarden, zoals betaling van een geldsom of taakstraf. De zaak is daarmee onherroepelijk afgedaan en er is geen sprake van schulderkenning door de verdachte. De transactie wordt geregistreerd in de justitiële documentatie, maar het afdoen van een onderzoek via deze modaliteit om een lange procedure te voorkomen leidt in de regel tot minder aanvullende problemen – die voor de betrokkene een aanvullende straf opleveren –  dan een oplossing mét een vaststelling van schuld.

Schuldvaststelling

Indien een verdachte daarentegen een strafbeschikking accepteert, houdt dat wel een schuldvaststelling in, met alle mogelijke beperkende gevolgen van dien. Overigens kan de verdachte de aangeboden strafbeschikking weigeren. Dat kan door binnen twee weken in verzet te gaan bij de rechtbank. De zaak komt dan alsnog op zitting. De mogelijkheid van verzet niet meer open indien vrijwillig aan de strafbeschikking is voldaan, bijvoorbeeld door de geldboete die als straf in de beschikking is opgenomen te betalen.

Het Openbaar Ministerie heeft ruime mogelijkheden om een strafbeschikking uit te vaardigen. Artikel 257a Wetboek van Strafvordering bepaalt dat de officier van justitie dat kan doen als hij vaststelt dat een overtreding of een misdrijf is begaan waarop maximaal zes jaar gevangenisstraf is gesteld. Dat betekent dat de strafbeschikking voor zeer uiteenlopende delicten kan worden uitgevaardigd: van diefstal tot belastingfraude, van vernieling tot witwassen.

De officier van justitie kan bij die strafbeschikking een taakstraf van maximaal 180 uur opleggen, een geldboete, onttrekking aan het verkeer, de verplichting tot betaling van een som geld ten behoeve van het slachtoffer en ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van een voertuig voor maximaal zes maanden. De officier van justitie kan ook aanwijzingen opnemen in de strafbeschikking waaraan de verdachte moet voldoen, bijvoorbeeld uitlevering van bepaalde voorwerpen, betalen van een geldbedrag aan een schadefonds of instelling die belangen van slachtoffers behartigt etcetera.

Buiten het OM

Gaat dat in de praktijk altijd goed? De conclusie van de procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden in het recente toezichtsrapport getiteld ‘buiten de rechter OM’ [MB1] is dat niet altijd het geval is. Hoewel het Openbaar Ministerie de wettelijke vereisten grotendeels naleeft, laat de aanpak op een aantal belangrijke punten ook te wensen over. Zo blijken veel feitomschrijvingen in strafbeschikkingen niet duidelijk genoeg te zijn. Het gaat dan om incorrecte, onvolledige of te ruim geformuleerde omschrijvingen. Dat werkt dan weer door in de schuldvaststelling, waardoor een verdachte soms gedragingen worden aangerekend waarvoor het strafdossier geen aanknopingspunten biedt.

Ook blijkt de kwalificatie van het strafbare feit op het afschrift van de strafbeschikking in veel gevallen onjuist te zijn. Het ontbreken van een correcte kwalificatie kan gevolgen hebben voor een juiste verwerking van het bestrafte feit in de justitiële documentatie en daarmee bijvoorbeeld voor afgiften van verklaringen omtrent het gedrag.

De strafbeschikking is in de praktijk dus een afdoeningsmodaliteit om alert op te zijn. Hoewel het voordeel heeft dat een lange procedure wordt voorkomen, kan het wel bijkomende gevolgen hebben door de aantekening op de justitiële documentatie. Het heeft in die zin hetzelfde effect als een veroordeling door de rechter, zij het dat de kans op publiciteit in het geval van een strafbeschikking kleiner is dan in het geval van een openbare zitting bij de strafrechter.

De bijkomende gevolgen brachten we eerder al in kaart in de bijdrage strafrechtelijk onderzoek: collateral damage’.[MB2]  In het geval een strafbeschikking wordt aangeboden is het dus raadzaam alle gevolgen daarvan en alternatieve opties eerst te inventariseren alvorens een afweging wordt gemaakt of deze wordt geaccepteerd of niet.

Door: Mariëlle Boezelman

Lees hier het rapport Buiten de rechter OM

Lees hier de bijdrage: Collateral damage bij een strafrechtelijk onderzoek

Onderneming voor een jaar stilgelegd: dieren slecht verzorgd

De rechtbank Overijssel heeft een agrarische onderneming voor de duur van 1 jaar stilgelegd. Naar aanleiding van inspecties van de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit is gebleken dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan economische delicten door niet de zorg te geven aan haar dieren die op grond van

Lees Verder >

Eerdere Berichten

Delen:

Twitter
LinkedIn
Email

Overzicht pagina:

Thema

Fraude:

Haken en ogen aan de strafbeschikking

Zeker voor ondernemers brengt het zijn van verdachte in een strafrechtelijk onderzoek in de regel veel bijkomende negatieve effecten met zich. Denk aan media aandacht, gevolgd door vragen van banken of het opzeggen van de relatie of andere dienstverleners die hun eigen reputatie beschermen. Rechtszaken zijn vaak lange trajecten. Het gaat in het geval van fraudezaken vaak om vele jaren voordat er een onherroepelijke rechterlijke beslissing is. Soms gaat het sneller via een strafbeschikking. Maar wees alert.

Niet elke zaak hoeft via de rechter te worden afgedaan. Het Openbaar Ministerie kan er voor kiezen een zaak na het strafrechtelijk onderzoek te seponeren, er kan een transactie worden aangeboden of een strafbeschikking worden opgelegd. Maar wat zijn de gevolgen daarvan?

Het Openbaar Ministerie kan na het strafrechtelijk onderzoek bepalen of het de zaak stopt – en dus seponeert – of dat een dagvaarding wordt uitgebracht om de zaak in het openbaar voor de rechter te behandelen. Maar er zijn ook andere mogelijkheden om de zaak af te doen zonder rechterlijke tussenkomst, namelijk afdoening via de transactie en of via de strafbeschikking.

Een transactie houdt in dat verdere vervolging wordt voorkomen door het voldoen aan voorwaarden, zoals betaling van een geldsom of taakstraf. De zaak is daarmee onherroepelijk afgedaan en er is geen sprake van schulderkenning door de verdachte. De transactie wordt geregistreerd in de justitiële documentatie, maar het afdoen van een onderzoek via deze modaliteit om een lange procedure te voorkomen leidt in de regel tot minder aanvullende problemen – die voor de betrokkene een aanvullende straf opleveren –  dan een oplossing mét een vaststelling van schuld.

Schuldvaststelling

Indien een verdachte daarentegen een strafbeschikking accepteert, houdt dat wel een schuldvaststelling in, met alle mogelijke beperkende gevolgen van dien. Overigens kan de verdachte de aangeboden strafbeschikking weigeren. Dat kan door binnen twee weken in verzet te gaan bij de rechtbank. De zaak komt dan alsnog op zitting. De mogelijkheid van verzet niet meer open indien vrijwillig aan de strafbeschikking is voldaan, bijvoorbeeld door de geldboete die als straf in de beschikking is opgenomen te betalen.

Het Openbaar Ministerie heeft ruime mogelijkheden om een strafbeschikking uit te vaardigen. Artikel 257a Wetboek van Strafvordering bepaalt dat de officier van justitie dat kan doen als hij vaststelt dat een overtreding of een misdrijf is begaan waarop maximaal zes jaar gevangenisstraf is gesteld. Dat betekent dat de strafbeschikking voor zeer uiteenlopende delicten kan worden uitgevaardigd: van diefstal tot belastingfraude, van vernieling tot witwassen.

De officier van justitie kan bij die strafbeschikking een taakstraf van maximaal 180 uur opleggen, een geldboete, onttrekking aan het verkeer, de verplichting tot betaling van een som geld ten behoeve van het slachtoffer en ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van een voertuig voor maximaal zes maanden. De officier van justitie kan ook aanwijzingen opnemen in de strafbeschikking waaraan de verdachte moet voldoen, bijvoorbeeld uitlevering van bepaalde voorwerpen, betalen van een geldbedrag aan een schadefonds of instelling die belangen van slachtoffers behartigt etcetera.

Buiten het OM

Gaat dat in de praktijk altijd goed? De conclusie van de procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden in het recente toezichtsrapport getiteld ‘buiten de rechter OM’ [MB1] is dat niet altijd het geval is. Hoewel het Openbaar Ministerie de wettelijke vereisten grotendeels naleeft, laat de aanpak op een aantal belangrijke punten ook te wensen over. Zo blijken veel feitomschrijvingen in strafbeschikkingen niet duidelijk genoeg te zijn. Het gaat dan om incorrecte, onvolledige of te ruim geformuleerde omschrijvingen. Dat werkt dan weer door in de schuldvaststelling, waardoor een verdachte soms gedragingen worden aangerekend waarvoor het strafdossier geen aanknopingspunten biedt.

Ook blijkt de kwalificatie van het strafbare feit op het afschrift van de strafbeschikking in veel gevallen onjuist te zijn. Het ontbreken van een correcte kwalificatie kan gevolgen hebben voor een juiste verwerking van het bestrafte feit in de justitiële documentatie en daarmee bijvoorbeeld voor afgiften van verklaringen omtrent het gedrag.

De strafbeschikking is in de praktijk dus een afdoeningsmodaliteit om alert op te zijn. Hoewel het voordeel heeft dat een lange procedure wordt voorkomen, kan het wel bijkomende gevolgen hebben door de aantekening op de justitiële documentatie. Het heeft in die zin hetzelfde effect als een veroordeling door de rechter, zij het dat de kans op publiciteit in het geval van een strafbeschikking kleiner is dan in het geval van een openbare zitting bij de strafrechter.

De bijkomende gevolgen brachten we eerder al in kaart in de bijdrage strafrechtelijk onderzoek: collateral damage’.[MB2]  In het geval een strafbeschikking wordt aangeboden is het dus raadzaam alle gevolgen daarvan en alternatieve opties eerst te inventariseren alvorens een afweging wordt gemaakt of deze wordt geaccepteerd of niet.

Door: Mariëlle Boezelman

Lees hier het rapport Buiten de rechter OM

Lees hier de bijdrage: Collateral damage bij een strafrechtelijk onderzoek

Eerdere Berichten

Delen:

Twitter
LinkedIn
Email

Overzicht pagina:

Privacy Cookies

Leuk dat u er bent. Nog even dit:

LEGALE ZAKEN maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te analyseren, om het mogelijk te maken content via social media te delen. Deze cookies worden ook geplaatst door derden. Wij gaan zorgvuldig met uw privégegevens om. Klik op ‘lees verder’ voor uitgebreide informatie.

Door deze melding weg te klikken of gebruik te blijven maken van deze site stemt u hiermee in. 

Privacy Cookies

Leuk dat u er bent. Nog even dit:

LEGALE ZAKEN maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te analyseren, om het mogelijk te maken content via social media te delen. Deze cookies worden ook geplaatst door derden. Wij gaan zorgvuldig met uw privégegevens om. Klik op ‘lees verder’ voor uitgebreide informatie.

Door deze melding weg te klikken of gebruik te blijven maken van deze site stemt u hiermee in.