Vanwege ‘de maatschappelijke impact en complexe juridische vragen’ zou de inzet van drie rechters wenselijk zijn, maar omdat de wetgever bewust heeft gekozen voor de inzet van één rechter in kantonzaken en er geen toepasselijke uitzonderingsgronden zijn, ziet de kantonrechter in Rotterdam ‘geen mogelijkheid om af te wijken van de wettelijke regeling’.
Die opmerkelijke passage staat in een uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de blootstelling van werknemers van Du Pont aan de stof DMAc. Die stof werd tussen 1964 en 2004 gebruikt bij de productie van lycra. De kantonrechter stelt op dat punt vast dat de fabrikant ‘onvoldoende maatregelen’ heeft getroffen om blootstelling te voorkomen en daarom aansprakelijk is voor de schade die werknemers hebben geleden.
Maar eigenlijk is zij onvoldoende geëquipeerd om tot dat oordeel te komen, stelt rechter J.C. Halk in een overweging voorafgaand aan de inhoudelijke beoordeling. Behandeling door drie rechters zou wenselijk zijn, aldus Halk, maar de wet staat dat niet toe. ‘De wet schrijft namelijk voor dat arbeidszaken door de kantonrechter behandeld worden en biedt voor dit type zaak geen ruimte om te verwijzen naar een meervoudige kamer (van drie rechters). Op die regel bestaat een aantal uitzonderingen, maar die doen zich hier niet voor.’
Halk ziet geen mogelijkheid om af te wijken van de wettelijke regeling, omdat de wetgever er ‘bewust’ voor heeft gekozen om kantonzaken door één rechter te laten behandelen. ‘In 2009 had de wetgever het voornemen om ook in kantonzaken behandeling door drie rechters mogelijk te maken, maar in 2011 is hiervan afgezien. De wetgever beoogde om de behandeling van civiele zaken door meer dan één rechter te beperken en om “extra reliëf te geven aan het eigen karakter van de kantonrechtspraak”.’
Een uitspraak die is gedaan door niet het juiste aantal rechters is nietig, aldus Halk. Het komt niet vaak voor dat rechters in uitspraken openlijk de wetgever bekritiseren.