Een zorgmedewerker krijgt een loonstop aan de broek omdat hij weigert een mondkapje te dragen in de nabijheid van kwetsbare dementerende ouderen. Terecht, oordeelt de kantonrechter van de rechtbank Limburg. ‘De werkgever heeft immers de wettelijke plicht om haar kwetsbare cliënten en haar medewerkers te beschermen tegen de mogelijk ernstige gevolgen van Covid-19.’
De medewerker weigert het mondkapje te dragen omdat hij er naar eigen zeggen bloedneuzen van krijgt. Er lijkt echter geen verband te bestaan. ‘Geen enkele arts die in deze kwestie is geraadpleegd heeft gerapporteerd dat er een risico is op hevige bloedneuzen als gevolg van het dragen van een medisch mondkapje. Het aanbod van verweerder tot het horen van getuigen die mogelijk kunnen verklaren of en hoe vaak verweerder een bloedneus heeft gehad tijdens het werk en hoe hevig deze zou zijn geweest is dan ook niet van toegevoegde waarde’, schrijft de kantonrechter.
Ook de bedrijfsarts stelt dat het allemaal zo’n vaart niet loopt. ‘Daarnaast blijkt uit het rapport van de bedrijfsarts niet dat de klachten van verweerder daadwerkelijk zo ernstig zijn als verweerder stelt. Dat deze klachten dermate ernstig zijn, blijkt ook niet uit de vaststaande feiten. Het had dan immers in de lijn der verwachting gelegen dat verweerder zou zijn doorverwezen naar een kno-arts.’
De ernst van de klachten van de werknemer is niet komen vast te staan, stelt de rechter. ‘Het door verweerder ervaren lichamelijk ongemak is eenvoudig te behandelen en niet dusdanig dat het van verweerder redelijkerwijs niet kon worden gevergd dat hij zijn werkzaamheden zou verrichten. Het niet verrichten van de bedongen arbeid komt daarom in redelijkheid voor rekening van verweerder.’ Herplaatsing van de werknemer in een andere functie ‘ligt niet in de rede’.
Klik hier voor de uitspraak