LEGALE ZAKEN

Zakelijk nieuws / Juridisch perspectief

Thema

Oorlog in Oekraïne:

Advies AG aan Hoge Raad: Krimschatten terug naar Oekraïne

Het gerechtshof besliste in oktober 2021 dat afgifte van de zogenoemde Krimschatten moet plaatsvinden aan de Staat Oekraïne. Deze beslissing kan in stand blijven, aldus advocaat-generaal (AG) Vlas de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag. De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen.

Het geschil betreft de teruggave van door de Krimmusea uitgeleende kunstobjecten. Dit zijn oudheidkundige objecten, museumstukken, die het Allard Pierson Museum in Amsterdam van de Krimmusea in bruikleen kreeg voor een tentoonstelling van februari tot en met augustus 2014. Op de bruikleenovereenkomsten is Oekraïens recht van toepassing verklaard. De kunstobjecten zijn met toestemming van het Ministerie van Cultuur van Oekraïne uitgeleend.

In maart 2014 heeft de Autonome Republiek van de Krim zich afgescheiden van Oekraïne en zich aangesloten bij de Russische Federatie. De VN, de EU en Nederland hebben de afscheiding en de aansluiting bij Rusland niet erkend. Ten tijde van de afscheiding en de aansluiting bij Rusland waren de objecten in verband met de tentoonstelling nog bij het Allard Pierson Museum in Amsterdam.

De Krimmusea hebben direct na de afscheiding aanspraak gemaakt op teruggave van de kunstobjecten. De Staat Oekraïne heeft dat in mei 2014 gedaan. Voor het Allard Pierson Museum is onduidelijk aan wie het de objecten moet teruggeven en het heeft daarom de stukken onder zich gehouden totdat de zaak door de rechter onherroepelijk is beslist.

Rechtbank en hof

De rechtbank besliste in december 2016 dat de Krimschatten op grond van de Erfgoedwet moeten worden afgegeven aan de Staat Oekraïne. De rechtbank overwoog dat de Krimschatten op dit moment zonder geldige exportvergunning van de Oekraïense autoriteiten in Nederland verblijven, zodat sprake is van ‘onrechtmatige uitvoer’ in de zin van de Erfgoedwet en de Staat Oekraïne teruggave kan vragen.

Het hof oordeelde in hoger beroep eveneens dat de vordering tot afgifte van de Staat Oekraïne moet worden toegewezen, maar op andere gronden. Volgens het hof is de Erfgoedwet niet van toepassing op deze situatie omdat geen sprake is van ‘onrechtmatige uitvoer’ in de zin van de Erfgoedwet. Het hof vond dat afgifte moest plaatsvinden op basis van de Museumwet Oekraïne en een ministeriële regeling van maart 2014 die de minister van Cultuur van Oekraïne de bevoegdheid geeft een besluit te nemen tot overbrenging van museumstukken voor de bewaring bij gevaar voor tenietgaan, verlies of beschadiging.

De minister van Cultuur heeft in mei 2014 zo’n besluit genomen, een zogenoemde Order. De Order houdt in dat de museumstukken in afwachting van stabilisatie van de situatie op de Krim naar het Nationaal Historisch Museum van Oekraïne in Kiev moeten worden overgebracht. Volgens het hof heeft deze wetgeving tot doel het Oekraïense cultureel erfgoed te beschermen, en de Staat Oekraïne mocht deze Order ook nemen omdat dit is gedaan ter bescherming van zijn cultureel erfgoed. Op grond van een Nederlandse wetsbepaling van internationaal privaatrecht uit het Burgerlijk Wetboek kan voorrang worden gegeven aan deze Oekraïense (publiekrechtelijke) regels.

De Krimmusea stelden van de uitspraak van het hof beroep in cassatie in bij de Hoge Raad. De Staat Oekraïne heeft eveneens cassatieberoep ingesteld.

De advocaten van de Krimmusea vragen de Hoge Raad de uitspraak van het hof te vernietigen. In cassatie wordt onder meer geklaagd over schending van artikel 1 Eerste Protocol – het recht op ongestoord genot van zijn eigendom –  Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM) en over het aanmerken van het Oekraïense Museumwetregime als ‘voorrangsregel’ in de zin van het Burgerlijk Wetboek. De Staat Oekraïne klaagt over de overweging van het hof dat geen sprake is van ‘onrechtmatige uitvoer’ in de zin van de Erfgoedwet.

Advies AG

De AG is van mening dat de klacht van de Krimmusea over schending van artikel 1 Eerste Protocol EVRM niet slaagt. De inbreuk op het recht van operationeel beheer is rechtmatig. ‘Het is gebaseerd op een geldig samenstel van nationale wetgeving, het dient een legitiem algemeen belang en er is sprake van een “fair balance” tussen de inwerking van de inbreuk op de Krimmusea en het algemeen belang’, aldus het persbericht van de Hoge Raad.

Ook vindt de AG dat de cassatieklachten van de Krimmusea over de toepassing van de Order als ‘voorrangsregel’ niet slagen. ‘In deze zaak heeft het hof het samenstel van de Oekraïense Museumwetgeving gekwalificeerd als publiekrechtelijke regeling die de bescherming van het Oekraïense cultureel erfgoed tot doel heeft. De Nederlandse rechter past in beginsel geen buitenlandse publiekrechtelijke regeling toe, behalve wanneer deze regeling als een “voorrangsregel” kan worden aangemerkt.’

Volgens de AG kan het door het Oekraïense recht beheerste zakelijk recht van beheer van de Krimmusea worden doorkruist door deze Oekraïense publiekrechtelijke regeling, waarmee de Nederlandse rechter als voorrangsregel rekening kan houden.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad is voorlopig bepaald op 15 september 2023.

Klik hier voor het advies

Foto: Andrzej/Pixabay

Ondernemingskamer: Russen terecht geweerd bij aandeelhoudersvergadering

SBK ART, een investeringsvehikel van Sberbank of Russia, is terecht toelating geweigerd tot certificaathoudersvergaderingen die ten doel hadden de corporate governance van het Kroatische landbouw- en voedselbedrijf Fortenova te wijzigen. Dat heeft de Ondernemingskamer bepaald. Volgens de Ondernemingskamer kan Fortenova het zich niet permitteren dat zij door de associatie met gesanctioneerde

Lees Verder >

Eerdere Berichten

Delen:

Twitter
LinkedIn
Email

Thema

Oorlog in Oekraïne:

Advies AG aan Hoge Raad: Krimschatten terug naar Oekraïne

Het gerechtshof besliste in oktober 2021 dat afgifte van de zogenoemde Krimschatten moet plaatsvinden aan de Staat Oekraïne. Deze beslissing kan in stand blijven, aldus advocaat-generaal (AG) Vlas de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag. De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen.

Het geschil betreft de teruggave van door de Krimmusea uitgeleende kunstobjecten. Dit zijn oudheidkundige objecten, museumstukken, die het Allard Pierson Museum in Amsterdam van de Krimmusea in bruikleen kreeg voor een tentoonstelling van februari tot en met augustus 2014. Op de bruikleenovereenkomsten is Oekraïens recht van toepassing verklaard. De kunstobjecten zijn met toestemming van het Ministerie van Cultuur van Oekraïne uitgeleend.

In maart 2014 heeft de Autonome Republiek van de Krim zich afgescheiden van Oekraïne en zich aangesloten bij de Russische Federatie. De VN, de EU en Nederland hebben de afscheiding en de aansluiting bij Rusland niet erkend. Ten tijde van de afscheiding en de aansluiting bij Rusland waren de objecten in verband met de tentoonstelling nog bij het Allard Pierson Museum in Amsterdam.

De Krimmusea hebben direct na de afscheiding aanspraak gemaakt op teruggave van de kunstobjecten. De Staat Oekraïne heeft dat in mei 2014 gedaan. Voor het Allard Pierson Museum is onduidelijk aan wie het de objecten moet teruggeven en het heeft daarom de stukken onder zich gehouden totdat de zaak door de rechter onherroepelijk is beslist.

Rechtbank en hof

De rechtbank besliste in december 2016 dat de Krimschatten op grond van de Erfgoedwet moeten worden afgegeven aan de Staat Oekraïne. De rechtbank overwoog dat de Krimschatten op dit moment zonder geldige exportvergunning van de Oekraïense autoriteiten in Nederland verblijven, zodat sprake is van ‘onrechtmatige uitvoer’ in de zin van de Erfgoedwet en de Staat Oekraïne teruggave kan vragen.

Het hof oordeelde in hoger beroep eveneens dat de vordering tot afgifte van de Staat Oekraïne moet worden toegewezen, maar op andere gronden. Volgens het hof is de Erfgoedwet niet van toepassing op deze situatie omdat geen sprake is van ‘onrechtmatige uitvoer’ in de zin van de Erfgoedwet. Het hof vond dat afgifte moest plaatsvinden op basis van de Museumwet Oekraïne en een ministeriële regeling van maart 2014 die de minister van Cultuur van Oekraïne de bevoegdheid geeft een besluit te nemen tot overbrenging van museumstukken voor de bewaring bij gevaar voor tenietgaan, verlies of beschadiging.

De minister van Cultuur heeft in mei 2014 zo’n besluit genomen, een zogenoemde Order. De Order houdt in dat de museumstukken in afwachting van stabilisatie van de situatie op de Krim naar het Nationaal Historisch Museum van Oekraïne in Kiev moeten worden overgebracht. Volgens het hof heeft deze wetgeving tot doel het Oekraïense cultureel erfgoed te beschermen, en de Staat Oekraïne mocht deze Order ook nemen omdat dit is gedaan ter bescherming van zijn cultureel erfgoed. Op grond van een Nederlandse wetsbepaling van internationaal privaatrecht uit het Burgerlijk Wetboek kan voorrang worden gegeven aan deze Oekraïense (publiekrechtelijke) regels.

De Krimmusea stelden van de uitspraak van het hof beroep in cassatie in bij de Hoge Raad. De Staat Oekraïne heeft eveneens cassatieberoep ingesteld.

De advocaten van de Krimmusea vragen de Hoge Raad de uitspraak van het hof te vernietigen. In cassatie wordt onder meer geklaagd over schending van artikel 1 Eerste Protocol – het recht op ongestoord genot van zijn eigendom –  Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM) en over het aanmerken van het Oekraïense Museumwetregime als ‘voorrangsregel’ in de zin van het Burgerlijk Wetboek. De Staat Oekraïne klaagt over de overweging van het hof dat geen sprake is van ‘onrechtmatige uitvoer’ in de zin van de Erfgoedwet.

Advies AG

De AG is van mening dat de klacht van de Krimmusea over schending van artikel 1 Eerste Protocol EVRM niet slaagt. De inbreuk op het recht van operationeel beheer is rechtmatig. ‘Het is gebaseerd op een geldig samenstel van nationale wetgeving, het dient een legitiem algemeen belang en er is sprake van een “fair balance” tussen de inwerking van de inbreuk op de Krimmusea en het algemeen belang’, aldus het persbericht van de Hoge Raad.

Ook vindt de AG dat de cassatieklachten van de Krimmusea over de toepassing van de Order als ‘voorrangsregel’ niet slagen. ‘In deze zaak heeft het hof het samenstel van de Oekraïense Museumwetgeving gekwalificeerd als publiekrechtelijke regeling die de bescherming van het Oekraïense cultureel erfgoed tot doel heeft. De Nederlandse rechter past in beginsel geen buitenlandse publiekrechtelijke regeling toe, behalve wanneer deze regeling als een “voorrangsregel” kan worden aangemerkt.’

Volgens de AG kan het door het Oekraïense recht beheerste zakelijk recht van beheer van de Krimmusea worden doorkruist door deze Oekraïense publiekrechtelijke regeling, waarmee de Nederlandse rechter als voorrangsregel rekening kan houden.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad is voorlopig bepaald op 15 september 2023.

Klik hier voor het advies

Foto: Andrzej/Pixabay

Eerdere Berichten

Delen:

Twitter
LinkedIn
Email

Privacy Cookies

Leuk dat u er bent. Nog even dit:

LEGALE ZAKEN maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te analyseren, om het mogelijk te maken content via social media te delen. Deze cookies worden ook geplaatst door derden. Wij gaan zorgvuldig met uw privégegevens om. Klik op ‘lees verder’ voor uitgebreide informatie.

Door deze melding weg te klikken of gebruik te blijven maken van deze site stemt u hiermee in. 

Privacy Cookies

Leuk dat u er bent. Nog even dit:

LEGALE ZAKEN maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te analyseren, om het mogelijk te maken content via social media te delen. Deze cookies worden ook geplaatst door derden. Wij gaan zorgvuldig met uw privégegevens om. Klik op ‘lees verder’ voor uitgebreide informatie.

Door deze melding weg te klikken of gebruik te blijven maken van deze site stemt u hiermee in.