Drie kaakchirurgen houden elkaar al vijf jaar juridisch in de greep. Een van hen fraudeerde met declaraties, de andere twee komen maar niet van hem af. En misschien kan er ook elders nog ‘een schadevergoeding worden opgehaald’. Wordt het eindeloos verder procederen of toch een snelle regeling, ook al ‘gaat die u allemaal pijn doen’?
De drie kaakchirurgen moesten vanaf 2014 samenwerken door een fusie van twee Rotterdamse ziekenhuizen. Ze kwamen terecht in de vennootschap MKA-Chirurgen Noordrand Rotterdam B.V.
In 2017 bleek dat één van de drie chirurgen een tijdlang had gefraudeerd met declaraties en patiëntendossiers. De kaakchirurg gaf het toe, strafrechtelijke en tuchtrechtelijke procedures volgden – maar ook moeilijkheden met het ziekenhuis Sint Franciscus Gasthuis & Vlietland. Dat drong bij de kaakchirurgen aan op transparante verhoudingen en fatsoenlijke werkprocessen. En toen dat alsmaar niet lukte, zegde het ziekenhuis de samenwerking op.
Toen kwamen de advocaten erin. Want had het ziekenhuis het contract zo eenzijdig kunnen beëindigen? En wie had de schade nou veroorzaakt? Was dat alleen de fraudeur, die meteen uit de vennootschap had moeten vertrekken? Of waren dat toch ook de twee anderen, die het conflict met die eerste alsmaar lieten escaleren en ook voor de buitenwacht niet onder controle kregen? Of was het misschien ook de advocaat die een termijn liet verlopen in een procedure tegen het ziekenhuis, die volgens alle drie de kaakchirurgen kansrijk was geweest?
De afgelopen vijf jaar volgden over die kwesties vele civiele en andere juridische procedures. Zo stonden de partijen ook al vier keer eerder in de Ondernemingskamer. Vandaag speelt het hoger beroep van het vonnis van Rechtbank Rotterdam. Die stelde op 3 maart 2021 de ex-fraudeur op alle punten in het ongelijk en besliste dat hij zijn aandelen in de vennootschap moest overdragen. Maar dat wil hij, inmiddels werkend in Duitsland, niet doen voor € 0. Integendeel, hij vordert van de andere twee vennoten €1,4 mln.
Fouten toegegeven
Marjolein van Rest (BarentsKrans) staat hem bij. ‘Mijn cliënt heeft zijn fouten bij de onjuiste declaraties toegegeven en daarna geprobeerd de relatie met het ziekenhuis goed te houden. De andere twee vennoten lieten het conflict echter escaleren. Ze werken niet mee aan oplossingen en halen niet de schadevergoeding op bij de advocaat die de termijn liet verlopen.’
Yuri Wehrmeijer (Eversheds Sutherland) verdedigt een van de andere twee kaakchirurgen. De ex-fraudeur heeft alle vorige procedures verloren en moet volgens Wehrmeijer zijn positie eindelijk eens accepteren. ‘Hij had allang weg moeten zijn. Iedere dag staan mijn cliënt en zijn collega met de ellende op en gaan ze ermee naar bed. Er zijn maar 282 kaakchirurgen in Nederland. De reputatieschade binnen en buiten die kleine groep is enorm. Die schade is net als alle andere schade ontstaan door die “onjuiste declaraties”, wat een eufemisme is voor fraude. Toen die uitkwam wilden het ziekenhuis en de verzekeringsmaatschappijen de facturen niet meer betalen.’
Eigen agenda
Voorzitter Aernout Vink: ‘Het ziekenhuis zegt dat de latere escalatie van de twee andere chirurgen uiteindelijk de reden was voor opzegging van het contract.’
Wehrmeijer: ‘Het ziekenhuis had zijn eigen agenda. Het oorzakelijk verband tussen de fraude en de schade is heel duidelijk.’ Op die lijn pleit ook Carl Hamm van Borsboom & Hamm Advocaten die de derde chirurg bijstaat. ‘Mijn cliënt en zijn collega waren geschokt door de fraude. Misschien hebben ze toen niet keurig gehandeld volgens het Handboek Directeuren, maar ze zíj́n ook geen directeuren of juristen. Ze zijn kaakchirurg!’
Net als Wehrmeijer heeft ook Hamm een kantoorgenoot meegenomen. Voorzitter Vink: ‘Vroeger kwam een advocaat nog wel eens in zijn eentje, die tijd is dus voorbij.’ Waarop Carl Hamm even later riposteerde: ‘Vroeger werd ook je spreektijd niet beperkt. Nu kun je niet staand pleiten en word je zelfs in de breedte beperkt’. De advocaten en hun cliënten zitten sinds corona namelijk tussen plexiglazen schermen.
‘Niemand behoort te profiteren van zijn eigen wanprestatie of onrechtmatige daad’, zegt Hamm. Volgens hem heeft de ex-fraudeur geen belang bij zijn vorderingen, heeft hij geen schade geleden en telt hij als aandeelhouder allang niet meer mee. Een gevolg van de fraude is zelfs dat een volgend ziekenhuis de samenwerking met zijn cliënt beëindigde, omdat niemand met de vaag besmette kaakchirurg wilde werken.
Bevraagd door de voorzitter roept de cliënt van Hamm zelf uit: ‘Waar heb ik het aan verdiend? Ik ben een eerlijk mens, ik ben nu alles kwijt.’ Voorzitter Vink: ‘U bent heel boos.’ De chirurg: ‘Ik ben vooral heel verdrietig.’
Ontrafelen
Na een paar uur pleiten houdt de voorzitter partijen voor dat na een gewoon arrest van de Ondernemingskamer er nog vele procedures zouden moeten volgen, over de diverse vorderingen van partijen op elkaar en op anderen. ‘Moet de onderste steen boven? Als u verder procedeert zal u dat meer kosten dan het oplevert. Alle advocaten moeten worden betaald, over een paar jaar bent u nóg bezig en het procederen grijpt veel te diep in uw levens in. Hoe ontrafelen we deze zaak? Bent u niet veel meer geholpen met een snelle exit, ook al gaat u die allemaal pijn doen?’
Zou een liquidatie van de vennootschap niet die snelle oplossing kunnen zijn, vraagt de voorzitter. Dan kan een vereffenaar de diverse vorderingen op een veiling verkopen. Wie er brood in ziet, koopt die vordering, en de opbrengst van de vorderingen vloeit in de vennootschap. Volgens een bepaalde verdeelsleutel kan die opbrengst dan over de drie vennoten worden verdeeld – klaar!
De advocaten zijn verrast door dit idee. Ze reageren met voorzichtige overwegingen. Na een kwartiertje schorsing blijken ze er wel twee weken over te willen nadenken. ‘Op de rol van 10 mei’ zullen ze laten weten of ze deze snelle koers willen volgen, dan wel behoefte hebben aan een regulier arrest.