Gerard Sanderink lijkt niet in staat om het belang van Centric gescheiden te houden van zijn privé belangen en zijn conflict met zijn ex Brigitte van Egten. Dat stelt de Ondernemingskamer in de vandaag gepubliceerde uitspraak. ‘De inhoud en de toon van de brieven’ van Sanderink aan de advocaat-generaal en de Ondernemingskamer geven aanleiding te twijfelen aan het vermogen van Sanderink om rationele beslissingen te nemen in het belang van de onderneming van Centric en ‘roepen de vraag op of hij voldoende in staat is om leiding te geven aan een onderneming met de aard en omvang van Centric’.
Dit levert volgens de Ondernemingskamer ‘een gegronde reden op om te twijfelen aan een juist beleid en juiste gang van zaken bij Centric’.
De ondernemingsraad en voormalig Centric-bestuurder Mous steunen het verzoek tot schorsing van Sanderink als bestuurder. Ze menen dat het niet in het belang is van Centric dat Sanderink terugkeert als bestuurder. Ondertussen heeft de accountant van de vennootschap zich teruggetrokken, en verzekeraar Zurich heeft de cyber security polis opgezegd. Sanderink heeft bovendien verhinderd dat Centric in de procedure bij de Ondernemingskamer ‘fatsoenlijk vertegenwoordigd is’.
De Ondernemingskamer constateert verder dat onder meer ASML en DNB hebben het contract met Centric niet verlengd of opgezegd. ‘Belangrijke klanten waaronder Arbo Unie, PGGM en Bank Nederlandse gemeenten overwegen de relatie met Centric te beëindigen. Er is grote onrust onder het personeel dat dreigt naar elders te vertrekken. Een deel van het personeel is al vertrokken. De werving van nieuw personeel stokt.’
Centric kampt hierdoor met hoge kosten voor de noodzakelijke inhuur van mensen om vertrekkend personeel op te vangen. De Nederlandse activiteiten van Centric zijn als gevolg daarvan inmiddels verlieslatend. ‘Dit alles vormt een directe en acute bedreiging voor de continuïteit van de onderneming,’ aldus de Ondernemingskamer.
Sanderink wordt met onmiddellijke ingang geschorst, voor de duur van de procedure.