Olie- en gasbedrijf Wintershall Noordzee, een Nederlands dochterbedrijf van de Russische energiereus Gazprom, wil Heerema Marine Contractors houden aan eerdere afspraken over een klus om boorplatforms uit zee te verwijderen. Het Leidse bedrijf vindt echter het risico op sancties te groot.
Heerema voert al jarenlang werkzaamheden uit voor Wintershall Noordzee. In 2021 tekende het Leidse bedrijf in op een klus om een achttal platforms voor gaswinning te verwijderen uit het zuidelijk deel van de Noordzee. In januari sloten de bedrijven ook een ‘Letter of Intent’ over de uitvoering van de werkzaamheden. Na de inval van de Russen in de Oekraïne stokten de besprekingen tussen beide partijen echter.
Heerema verhoogde de prijs voor de klus van tientallen miljoenen euro met een kwart. Wintershall meende dat het Leidse bedrijf hiermee op oneigenlijke wijze onder eerdere afspraken probeerde uit te komen, en stapte naar de voorzieningenrechter in Den Haag. ‘Met een opportunistische prijsverhoging probeert Heerema Wintershall voor het blok te zetten’, zei de advocaat van Wintershall Noordzee maandag tijdens het kort geding.
Wintershall Noordzee is voor vijftig procent in handen van de Russische energiereus Gazprom. Bovendien hebben Russische oligarchen ook nog belangen in Wintershall DEA, een andere aandeelhouder van Wintershall Noordzee. Deze eigendomsstructuur maakt dat er een kans is dat het Nederlandse dochterbedrijf getroffen wordt door sancties, en Heerema de gegunde klus helemaal niet mag uitvoeren. De schepen die ze er voor gereserveerd hadden, zouden dan werkeloos aan de kade liggen.
Onvoorziene omstandigheden
‘Heerema speelt geen spelletje’, zei de advocaat van het Leidse bedrijf maandag bij de Haagse voorzieningenrechter over dit risico. ‘Er is sprake van onvoorziene omstandigheden, die de wereld hebben veranderd.’ Door de gestegen gas- en olieprijzen zijn ook de marktcondities voor Heerema gewijzigd. De energiesector doet volop een beroep op haar voor andere, lucratievere, projecten. Dan zou Wintershall Noordzee ook meer kunnen betalen voor de verwijdering van de platforms, vindt het Leidse bedrijf.
Volgens Wintershall Noordzee is er door de afgesloten ‘Letter of Intent’ een gerechtvaardigd vertrouwen ontstaan dat partijen een overeenkomst gingen sluiten, en mag Heerema daarom niet de besprekingen zomaar afbreken. Tijdens het kort geding was de Gazpromdochter bereid om over een betere prijs voor Heerema te praten, maar op de gang kwamen beide bedrijven er toch niet uit.
Uitspraak op 16 mei.
