De afgelopen dagen mocht ik weer een paar keer voor de klas staan. Ik gaf deze week journalistiek-studenten aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) colleges in onder andere mediarecht en overeenkomstenrecht. Waarschijnlijk is niet bij alle toehoorders de liefde voor het recht onmiddellijk aangewakkerd, maar ikzelf vond het bijzonder leuk, en leerzaam, om te doen. Het is verfrissend om even uit de bedrijfsjuristen-bubbel te stappen.
Gesprekken met mensen in een totaal andere wereld geeft toch weer een ander perspectief. Ook is het lagere tempo, de lagere druk, de ‘relaxedheid’, en soms ook de ‘groenheid’, van hbo-studenten een verademing. Voor even.
Want uit mijn periode dat ik structureel, fulltime in het (mbo-)onderwijs actief was, weet ik nog goed hoeveel stress de overvolle klassen, de meer dan assertieve pubers, de oeverloze docentenvergaderingen en de eeuwige discussie over cijfers en overgangsnormen gaven. Het is nuttig, prijzenswaardig werk, maar het docentschap kan ook een hele opgave zijn. Lesgeven is hard werken en niet voor watjes.
Tegelijkertijd ervoer ik de afgelopen dagen ook weer hoe ver de jongeren afstaan van het ondernemerschap. En hoe vreemd de juridische wereld voor hen is. Kranten schrijven dezer dagen over de bloeiende crypto-handel op het schoolplein. Ongetwijfeld zullen hier en daar whizz-kids op weg zijn om miljonair te worden. Maar toen ik ‘mijn’ studenten vertelde over de karakteristieken van het zelf ondernemen, zelf initiatief nemen, het alles zelf moeten doen, het zelf risico lopen – kortom: het eigen baas zijn – leek het of ze water zagen branden.
Starters
Ook wat betreft het maken (en lezen) van contracten en afspraken vastleggen ging er een wereld voor ze open. In die zin is het heel goed dat de Hogeschool de lessen ondernemerschap in het curriculum heeft opgenomen, want in de mediawereld is werken in loondienst bepaald niet meer vanzelfsprekend.
Onder de 1,4 miljoen ZZP’ers die ons land rijk is bevinden zich vele journalisten. Een enkeling uit vrije wil, maar het gros noodgedwongen.
Anderzijds zou het ook mooi zijn als meer juristen naar buiten treden. Dat ze aan de nieuwkomers in het economisch verkeer laten zien dat ze niet eng zijn en soms zelfs van toegevoegde waarde. Dat het verstandig is om je zaakjes ook juridisch goed te regelen, en dat dit niet alleen geldt voor grote, gevestigde bedrijven, maar ook voor starters op de ‘ondernemers-markt’.
Juridisch advies is zinvol en de juristerij is geen ver-van-mijn-bed-show. In die zin is het vreemd dat de Orde van Advocaten alleen de zo fel begeerde PO-punten toekent aan advocaten die wetenschappelijk verantwoorde colleges aan de universiteit geven, maar niet aan advocaten die op het hbo of mbo hun gezicht laten zien. Terwijl juist daar een wereld te winnen valt. Ook voor ons juristen.