LEGALE ZAKEN

Zakelijk nieuws / Juridisch perspectief

Thema

Oorlog in Oekraïne:

Maritiem bedrijf Heerema niet gebonden aan intentieovereenkomst met Gazpromdochter

Olie- en gasbedrijf Wintershall Noordzee, een dochterbedrijf van de Russische energiereus Gazprom, is er niet in geslaagd om maritiem bedrijf Heerema uit Leiden te houden aan een intentieovereenkomst over de ontmanteling van platforms op de Noordzee. De voorzieningenrechter in Den Haag oordeelt dat Heerema niet verplicht is om de werkzaamheden uit te voeren voor de afgesproken prijs.

Heerema voert al jarenlang werkzaamheden uit voor Wintershall Noordzee. In 2021 tekende het Leidse bedrijf in op een klus van de Gazpromdochter om acht platforms voor gaswinning te verwijderen uit de Noordzee. In januari sloten de bedrijven ook een ‘Letter of Intent’ over de uitvoering van de werkzaamheden. Na de inval van de Russen in de Oekraïne stokten de besprekingen tussen beide partijen echter.

Heerema verhoogde de prijs voor de klus met 25 procent, tot een bedrag van €63 mln. Wintershall meende dat het Leidse bedrijf hiermee op oneigenlijke wijze onder eerdere afspraken probeerde uit te komen, en stapte naar de voorzieningenrechter in Den Haag. ‘Met een opportunistische prijsverhoging probeert Heerema Wintershall voor het blok te zetten’, zei de advocaat van Wintershall Noordzee drie weken geleden tijdens het kort geding.

Volgens de Gazpromdochter had Heerema bij haar het gerechtsvaardigde vertrouwen gewekt – door de Letter of Intent te ondertekenen – dat ze al een deal hadden. Het maritiem bedrijf had niet de vrijheid om naderhand nog eens een hogere prijs te vragen voor uitvoering van de klus, meende Wintershall Noordzee.

Daar gaat de voorzieningenrechter in Den Haag niet in mee. ‘De Letter of Intent biedt nu juist onmiskenbaar de vrijheid om de onderhandelingen af te breken’, meent hij. De rechter laat daarbij ook de oorlog in de Oekraïne meewegen, en de sancties die Westerse landen afkondigen tegen Russische bedrijven. Omdat Wintershall Russische aandeelhouders heeft, eist Heerema aanvullende zekerheden op dit punt van de Gazpromdochter.  Dat zijn onvoorziene omstandigheden waar de Letter of Intent geen rekening mee hield, en waarover wel verder onderhandeld moest worden, meent de rechter.

Lees ook: Gazpromdochter wil maritiem bedrijf Heerema houden aan afspraken over klus Noordzee

Advies AG aan Hoge Raad: Krimschatten terug naar Oekraïne

Het gerechtshof besliste in oktober 2021 dat afgifte van de zogenoemde Krimschatten moet plaatsvinden aan de Staat Oekraïne. Deze beslissing kan in stand blijven, aldus advocaat-generaal (AG) Vlas de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag. De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die

Lees Verder >

Eerdere Berichten

Delen:

Twitter
LinkedIn
Email

Thema

Oorlog in Oekraïne:

Maritiem bedrijf Heerema niet gebonden aan intentieovereenkomst met Gazpromdochter

Olie- en gasbedrijf Wintershall Noordzee, een dochterbedrijf van de Russische energiereus Gazprom, is er niet in geslaagd om maritiem bedrijf Heerema uit Leiden te houden aan een intentieovereenkomst over de ontmanteling van platforms op de Noordzee. De voorzieningenrechter in Den Haag oordeelt dat Heerema niet verplicht is om de werkzaamheden uit te voeren voor de afgesproken prijs.

Heerema voert al jarenlang werkzaamheden uit voor Wintershall Noordzee. In 2021 tekende het Leidse bedrijf in op een klus van de Gazpromdochter om acht platforms voor gaswinning te verwijderen uit de Noordzee. In januari sloten de bedrijven ook een ‘Letter of Intent’ over de uitvoering van de werkzaamheden. Na de inval van de Russen in de Oekraïne stokten de besprekingen tussen beide partijen echter.

Heerema verhoogde de prijs voor de klus met 25 procent, tot een bedrag van €63 mln. Wintershall meende dat het Leidse bedrijf hiermee op oneigenlijke wijze onder eerdere afspraken probeerde uit te komen, en stapte naar de voorzieningenrechter in Den Haag. ‘Met een opportunistische prijsverhoging probeert Heerema Wintershall voor het blok te zetten’, zei de advocaat van Wintershall Noordzee drie weken geleden tijdens het kort geding.

Volgens de Gazpromdochter had Heerema bij haar het gerechtsvaardigde vertrouwen gewekt – door de Letter of Intent te ondertekenen – dat ze al een deal hadden. Het maritiem bedrijf had niet de vrijheid om naderhand nog eens een hogere prijs te vragen voor uitvoering van de klus, meende Wintershall Noordzee.

Daar gaat de voorzieningenrechter in Den Haag niet in mee. ‘De Letter of Intent biedt nu juist onmiskenbaar de vrijheid om de onderhandelingen af te breken’, meent hij. De rechter laat daarbij ook de oorlog in de Oekraïne meewegen, en de sancties die Westerse landen afkondigen tegen Russische bedrijven. Omdat Wintershall Russische aandeelhouders heeft, eist Heerema aanvullende zekerheden op dit punt van de Gazpromdochter.  Dat zijn onvoorziene omstandigheden waar de Letter of Intent geen rekening mee hield, en waarover wel verder onderhandeld moest worden, meent de rechter.

Lees ook: Gazpromdochter wil maritiem bedrijf Heerema houden aan afspraken over klus Noordzee

Eerdere Berichten

Delen:

Twitter
LinkedIn
Email

Privacy Cookies

Leuk dat u er bent. Nog even dit:

LEGALE ZAKEN maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te analyseren, om het mogelijk te maken content via social media te delen. Deze cookies worden ook geplaatst door derden. Wij gaan zorgvuldig met uw privégegevens om. Klik op ‘lees verder’ voor uitgebreide informatie.

Door deze melding weg te klikken of gebruik te blijven maken van deze site stemt u hiermee in. 

Privacy Cookies

Leuk dat u er bent. Nog even dit:

LEGALE ZAKEN maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te analyseren, om het mogelijk te maken content via social media te delen. Deze cookies worden ook geplaatst door derden. Wij gaan zorgvuldig met uw privégegevens om. Klik op ‘lees verder’ voor uitgebreide informatie.

Door deze melding weg te klikken of gebruik te blijven maken van deze site stemt u hiermee in.